beglazen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beglazen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·gla·zen

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van glazen met het voorvoegsel be-

Werkwoord

beglazen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
beglazen	beglaasde	beglaasd
zwak -d	volledig

1. overgankelijk voorzien van glasruiten

Vertalingen

    1.   

Engels: glaze (en)

Gangbaarheid

• Het woord beglazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beglazen" herkend door:

84 %	van de Nederlanders;
88 %	van de Vlamingen.