beginstadium
Uiterlijk
- be·gin·sta·di·um
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beginstadium | beginstadia beginstadiums |
verkleinwoord |
het beginstadium o
- het eerste deel van een proces
- ▸ Ooit zal ik weer gelukkig worden, eens zal ik weer een man leren kennen met wie ik oud wil worden. Jouw zoektocht bevindt zich daarentegen nog in het beginstadium.[1]
- Het woord beginstadium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.