beetnemen
Uiterlijk
- beet·ne·men
- samenstelling van beet en nemen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beetnemen |
nam beet |
beetgenomen |
klasse 4 | volledig |
beetnemen
- overgankelijk vastpakken, in de handen nemen
- Hij nam zijn tegenstander beet, wierp hem tegen de grond en gaf hem een flinke afstraffing.
- overgankelijk iemand een loer draaien, het slachtoffer van een streek maken
- De leerlingen hadden hun leraar flink beetgenomen en hij stond flink voor aap.
- `Ze laten zich dus beetnemen,' zei Nemo tegen de aanvoerder. 'Ze doen precies wat wij willen. Tot zover gaat alles goed. De Koning wordt gebracht naar de plaats die wij willen.' [1]
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
- Het woord beetnemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beetnemen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 101
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Na te kijken vertalingen
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %