bedstee
Uiterlijk
- bed·stee
- In de betekenis van ‘ingebouwde slaapplaats’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- samenstelling van bed en stee
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedstee | bedsteden |
verkleinwoord | bedsteetje | bedsteetjes |
- een in een afsluitbare kast ingebouwd bed
- Vroeger was een bedstee in vele huizen te vinden.
1.
- Het woord bedstee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedstee" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bedstee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be