bamboepatrijs
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- bam·boe·pa·trijs
- samenstelling van bamboe zn en patrijs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bamboepatrijs | bamboepatrijzen |
verkleinwoord | bamboepatrijsje | bamboepatrijsjes |
- (hoendervogels) Bambusicola fytchii een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1871 door Anderson
- Het woord 'bamboepatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.