bakzeil
Uiterlijk
- bak·zeil
- samenstelling van bak en zeil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakzeil | |
verkleinwoord |
het bakzeil o
- een zeil dat aan bakboord gevoerd wordt, en dat de schipper verplicht voorrang te verlenen
- Hij moest bakzeil halen.
- «Hij zag zich gedwongen (toch) de tegenpartij voor te laten gaan»
- Bakzeil halen
moeten toegeven
- Het woord bakzeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakzeil" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %