atlanticus
Uiterlijk
- Geluid: atlanticus (hulp, bestand)
- at·lan·ti·cus
- afleiding van Atlantisch met het achtervoegsel -icus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | atlanticus | atlantici |
verkleinwoord |
de atlanticus m
- (politiek) voorstander van de Noord-Atlantische samenwerking
- ▸ Minister Frans Timmermans is blij met de nieuwe NAVO-baas. Hij is "een bruggenbouwer, atlanticus en een man die, zoals bleek na de laffe daad van Breivik, in een crisis het hoofd koel weet te houden en tegelijkertijd een warm hart heeft voor de samenleving", aldus Timmermans.[1]
- ▸ Maar uit vertrouwelijke telegrammen van de Amerikaanse ambassade in Den Haag blijkt dat de Amerikanen zich afvroegen of Bot wel voldoende Atlanticus zou zijn, dus de pro-Amerikaanse lijn zou volgen.[2]
- [1] pro-Amerikaans
- Het woord atlanticus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Wie is Jens Stoltenberg?” (Vrijdag 28 maart 2014, 21:31), NOS
- ↑ Weblink bron “Amerikanen twijfelden aan Bot” (Zaterdag 22 januari 2011, 21:45), NOS