anthologie
Uiterlijk
- Geluid: anthologie (hulp, bestand)
- an·tho·lo·gie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bloemlezing’ voor het eerst aangetroffen in 1769 [1]
- afgeleid van het Franse: 'anthologie' met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anthologie | anthologieën |
verkleinwoord | - | - |
de anthologie v
- Het woord anthologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anthologie" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "anthologie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ anthologie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be