Naar inhoud springen

anijs

Uit WikiWoordenboek
Pimpinella anisum
  • anijs
enkelvoud meervoud
naamwoord anijs -
verkleinwoord - -

de anijsm

  1. (bloemplanten) bepaald soort schermbloemige plant, Pimpinella anisum op Wikispecies
     In een van haar lusthoven, waar ze 's morgens vertoeft, groeit de peper, de anijs, de gember en alle denkbare zuidvruchten; (…)[4]
  2. (kruid) (medisch) zaad van Pimpinella anisum op Wikispecies, gebruikt om de geur en smaak van gerechten en dranken aantrekkelijker te maken of als geneesmiddel
    • Anijs wordt gebruikt voor het aromatiseren van gerechten en kan daarnaast een medicinale werking hebben. 
  3. (drinken) alcoholische drank gemaakt met anijszaad
     ‘Nou eerst 'n biertje pakken, hè?,’ stelde hij voor, - ‘nee wacht 's, 'n advocaatje of - of 'n glaasje anijs?’[5]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. anijs op website: Etymologiebank.nl
  3. "anijs" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Bronlink geraadpleegd op 8 januari 2023 Weblink bron
    Jan Koopmans
    Middelnederlandse romans. IV. De Walewein. in: Taal en Letteren., jrg. 10 nr. (1900), Haagsche Boekhandel- en Uitgeversmaatschappij, Den Haag, p. 469
  5. Bronlink geraadpleegd op 8 januari 2023 Weblink bron
    Alie Smeding
    “Achter het anker.” (1924), Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam, p. 55 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be