afluisterpraktijk
Uiterlijk
- Geluid: afluisterpraktijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑflœystərprɑkˌtɛik / (5 lettergrepen)
- af·luis·ter·prak·tijk
- samenstelling van afluister ww en praktijk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afluisterpraktijk | (*) |
verkleinwoord | - | - |
- feitelijk gebruik van de mogelijkheden om stiekem te horen wat mensen tegen elkaar zeggen, vooral door het aftappen van telefoongesprekken
- De Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft weliswaar een toezichthoudende functie, maar heeft geen rechtstreekse bemoeienis met de afluisterpraktijk. [1]
- De meervoudsvorm "afluisterpraktijken" is afgeleid van praktijken zn en heeft een zuiver pejoratieve betekenis.
- Het woord afluisterpraktijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Raad voor de rechtspraakDe AIVD mag advocaten niet tappen (27 oktober 2015) op website: rechtspraak.nl; geraadpleegd 2019-12-05