Naar inhoud springen

adimere

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /aˈdɪmɛˌrɛ/
  • ad·i·me·re
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
ădĭmĕre ădĭmo ădēmi ădēmptum
derde vervoeging volledig

ǎdĭmĕre

  1. ontnemen
  2. ontzeggen