abdicate
Uiterlijk
- Geluid: abdicate (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈæb.dɪˌkeɪt/
- van Latijn abdicatus "opgegeven", "afgetreden" (< abdicare)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to abdicate |
he/she/it | abdicates |
verleden tijd | abdicated |
voltooid deelwoord |
abdicated |
onvoltooid deelwoord |
abdicating |
gebiedende wijs | abdicate |
abdicate
- onovergankelijk aftreden, een ambt of functie neerleggen
- overgankelijk opgeven, afstand doen van
- overgankelijk onteigenen
- overgankelijk, (verouderd) onterven