abaja
Uiterlijk
- aba·ja
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abaja | abaja's |
verkleinwoord | - | - |
- (kleding) wijd vallend, vaak donker gekleurd gewaad dat het hele lichaam vanaf de schouders bedekt, vooral gedragen door islamitische vrouwen
- De Middelburgse hecht veel waarde aan de tradities en cultuur van de Saoediërs. Op het werk draagt het personeel een abaja. De lange, wijde zwarte overjurk, die ze te voorschijn haalt en aantrekt, werkt heel verhullend, de taille toont niet meer. [1]
- Het woord 'abaja' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "abaja" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
8 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Linssen, M."'Westerlingen klagen maar' Verpleegster heeft weinig op met collega's in Saoedi-Arabië" in: Trouw jrg. 48 nr. 14062 (24 augustus 1990); p. 2 kol. 4; geraadpleegd 2018-10-16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
abajar |
abaja
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 10 %
- Prevalentie Vlaanderen 8 %
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Werkwoordsvorm in het Spaans