aanwerver

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanwerver    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·wer·ver

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van aanwerven met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanwerver	aanwervers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanwerver m

1. persoon of bedrijf dat nieuw personeel zoekt en aanneemt

   • Door deze uitbreiding en na de overnames van EasyCruit, i-GRasp en Obvious Solutions, verstevigt StepStone zijn internationale positie. Jobbsverige is volgens Stepstone een snel groeiende en rendabele jobsite met een sterke reputatie en met aanwervers en kandidaten gericht op managementfuncties en zogeheten young professionals.  
   • De enquête leert dat de warenhuisketen Colruyt dit jaar de grootste aanwerver wordt, met 2.500 jobs in de aanbieding. Nummer twee is de bankverzekeraar Fortis, met 2.000 vacatures. Ook de andere grootbanken (ING, KBC) en maatschappijen als Axa halen de toptien, met samen 5.500 jobaanbiedingen.  
   • Colruyt, GSK Biologicals en Hanssen Transmission International zijn de grootste aanwervers van personeel. Wabco Europe, leverancier van remsystemen voor vrachtwagens, is de beste betaler met gemiddeld 331.888 euro per werknemer.  

Synoniemen

• recruiter

Verwante begrippen

• mannelijke vorm van aanwerfster

Gangbaarheid

• Het woord 'aanwerver' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanwerver" herkend door:

56 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.