aantijging
Uiterlijk
- Geluid: aantijging (hulp, bestand)
- IPA: / ˈantɛiɣɪŋ / (3 lettergrepen)
- aan·tij·ging
- Naamwoord van handeling van aantijgen met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aantijging | aantijgingen |
verkleinwoord | aantijginkje | aantijginkjes |
de aantijging v
- kwaadwillige en/of ongegronde beschuldiging
- De kamervoorzitter was al de aantijgingen beu en nam haar ontslag.
- ▸ Was dat niet die club die burgers kunst en antiek afhandig maakte via valse aantijgingen? Waarna alles verkocht werd aan het Westen? Daar heb ik iets over gelezen, zij het al een tijd geleden.[2]
- Het woord "aantijging" wordt soms ook wel gebruikt als een gewoon synoniem van beschuldiging
- Het woord aantijging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aantijging" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ aantijging op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %