Paschingschtee
Uiterlijk
- Pa·sching·schtee
- Samenstelling van Pasching zn "perzik" en Schtee zn "steen" , afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Pfirsichstein zn ← Middelhoogduits pfërsichstein zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Paschingschtee | der Paschingschtee | Paschingschtee | die Paschingschtee |
datief | me Paschingschtee | em Paschingschtee | Paschingschtee | de Paschingschtee |
accusatief | en Paschingschtee | der Paschingschtee | Paschingschtee | die Paschingschtee |
Paschingschtee, m
-
En Paschingschtee
Een perzikpit
- Duits: Pfirsichkern zn , m, Pfirsichstein zn , m
- Engels: peach pit zn
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 14
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Samenstelling in het Pennsylvania-Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Plantkunde in het Pennsylvania-Duits