Pasching
Uiterlijk
- Pa·sching
- Afkomstig van Duits: Pfirsich zn ← Middelhoogduits: pfersisch zn (in gebruik sinds de 12e eeuw) ← Latijn: persica zn , letterlijk "de Perzische (fruit)", zo genoemd omdat de boom via Perzië naar Europa kwam
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Pasching | der Pasching | Pasching | die Pasching |
datief | me Pasching | em Pasching | Pasching | de Pasching |
accusatief | en Pasching | der Pasching | Pasching | die Pasching |
Pasching, m
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 8
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Plantkunde in het Pennsylvania-Duits