Parijs

Nederlands

	demoniem
inwoner	Parijzenaar
vrouwelijke inwoner	Parijse (Parisienne)
bijvoeglijk	Parijs

Uitspraak

• Geluid:  Parijs    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Pa·rijs

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Parijs	Parijss	-
verkleinwoord	-	-	-

Eigennaam

Parijs o

1. (toponiem) de hoofdstad van Frankrijk

   • Ik ga graag naar Parijs op vakantie. 

Vertalingen

    1. de hoofdstad van Frankrijk   

Arabisch: باريس (ar) v, باريز (ar) v Armeens: Փարիզ (hy) Azeri: Paris (az) Baskisch: Paris (eu) Bengaals: প্যারিস (bn) Birmees: ပါရီမြို့ (my) Bretons: Pariz (br) Bulgaars: Париж (bg) m Catalaans: París (ca) m Deens: Paris (da) Duits: Paris (de) Engels: Paris (en) Esperanto: Parizo (eo) Estisch: Pariis (et) Fins: Pariisi (fi) Frans: Paris (fr) m Georgisch: პარიზი (ka) Grieks: Παρίσι (el) o Hebreeuws: פריז (he) Hindi: पेरिस (hi) Hongaars: Párizs (hu) Iers: Páras (ga) m IJslands: París (is) v Italiaans: Parigi (it) v Japans: パリ (ja) Kazachs: Париж (kk) Khmer: ប៉ារីស (km) Koreaans: 파리 (ko) Laotiaans: ປາລີ (lo) Latijn: Lutetia (la) v, Parisii (la) m mv, Paris (la) v

Lets: Parīze (lv) v Litouws: Paryžius (lt) m Lojban: paris. (jbo) Luxemburgs: Paräis (lb) Macedonisch: Париз (mk) m Maltees: Pariġi (mt) Manx: Paarys (gv) m Mongools: Парис (mn) Noors: Paris (no) Occitaans: Paris (oc) Oekraïens: Париж (uk) m Oezbeeks: Parij (uz) Perzisch: پاریس (fa) Pools: Paryż (pl) m Portugees: Paris (pt) m Russisch: Париж (ru) m Sloveens: Pariz (sl) m Slowaaks: Paríž (sk) m Spaans: París (es) m Tadzjieks: Париж (tg) Tagalog: Paris (tl) Tataars: Paris (tt), Париж (tt) Thai: ปารีส (th) Tibetaans: པ་ལི་ (bo) (pa li) Tsjechisch: Paříž (cs) v Turks: Paris (tr) Urdu: پیرس (ur) Vietnamees: Paris (vi), Pa-ri (vi) Wit-Russisch: Парыж (be) m Zweeds: Paris (sv) o

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Parijs	Parijser	Parijst
verbogen	Parijse	Parijsere	Parijste
partitief	Parijs	Parijsers	-

Bijvoeglijk naamwoord

Parijs

1. (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Parijs

Verwante begrippen

Demoniemen bij Parijs in het Nederlands
inwoner: Parijzenaar • inwoonster: Parijse, Parisienne • bijvoeglijk: Parijs

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.
• reisgids: Parijs
• nieuwsberichten: Parijs

Gangbaarheid

• Het woord Parijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.