Lebkuche
Uiterlijk
- Leb·kuche
- Afkomstig van Duits: Lebkuchen zn ← Middelhoogduits: lebekuoche zn , lebkuoche zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Lebkuche | der Lebkuche | Lebkuche | die Lebkuche |
datief | me Lebkuche | em Lebkuche | Lebkuche | de Lebkuche |
accusatief | en Lebkuche | der Lebkuche | Lebkuche | die Lebkuche |
Lebkuche, m
-
Lebkuche
Peperkoek
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 8
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Kookkunst in het Pennsylvania-Duits
- Voeding in het Pennsylvania-Duits