København
Uiterlijk
- Kø·ben·havn
Naar frequentie | 9108 |
---|
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | København |
genitief | Københavns |
København, o
- (toponiem) Kopenhagen
- «Jeg har en kærlighed mødtes i København.»
- Ik heb een lief leren kennen in Kopenhagen.
- «Jeg har en kærlighed mødtes i København.»
- Kø·ben·havn
Naar frequentie | 6909 |
---|
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | København |
genitief | Københavns |
København, o
- (toponiem) Kopenhagen
- «Jeg bor i København, men jeg er ikke en danske.»
- Ik woon in Kopenhagen, maar ik ben geen Deen.
- «Jeg ble født i København og jeg har foreldre som kommer fra Norge.»
- Ik ben geboren in Kopenhagen en ik heb ouders die afkomstig zijn van Noorwegen.
- «Jeg bor i København, men jeg er ikke en danske.»
- Kø·ben·havn
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | København |
genitief | Københavns |
København, o
Categorieën:
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 9
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Woorden in het Deens met IPA-weergave
- Eigennaam in het Deens
- Aardrijkskunde van Denemarken in het Deens
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 9
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Eigennaam in het Noors
- Aardrijkskunde van Denemarken in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 9
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Eigennaam in het Nynorsk
- Aardrijkskunde van Denemarken in het Nynorsk