Naar inhoud springen

Brabants

Uit WikiWoordenboek
  • Bra·bants
  • Afgeleid van Brabant met het achtervoegsel -s
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Brabants Brabantser Brabantst
verbogen Brabantse Brabantsere Brabantste
partitief Brabants Brabantsers -

Brabants

  1. (demoniem) op Brabant betrekking hebbend
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Brabants - -
verkleinwoord - - -

het Brabantso

  1. geen meervoud (taal) Nederfrankische variëteit die hoofdzakelijk wordt gesproken in delen van Noord-Brabant en Vlaanderen
    • In het Brabants is 'gij' altijd goed.