Bakoeër
Uiterlijk
- Ba·koe·er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bakoeër | Bakoeërs |
verkleinwoord |
de Bakoeër m
- (demoniem) een inwoner van Bakoe, of iemand afkomstig uit Bakoe
Demoniemen bij Bakoe in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Bakoeër • inwoonster: Bakoese • bijvoeglijk: Bakoes |
- Het woord 'Bakoeër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.