Auto
Uiterlijk
- Au·to
Auto o
- (verkeer): auto, personenauto
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Auto | die Autos |
genitief | des Autos | der Autos |
datief | dem Auto | den Autos |
accusatief | das Auto | die Autos |
Auto
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 4
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Duits
- Verkeer in het Duits
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Verkeer in het Nedersaksisch
- Techniek in het Nedersaksisch