Naar inhoud springen

Artikel

Uit WikiWoordenboek
  • Ar·ti·kel

Artikel m

  1. artikel, betoog; inzending
    «Er hat einen wissenschaftlichen Artikel geschrieben.»
    Hij heeft een wetenschappelijk artikel geschreven.
    «Interessiert liest sie den feuilletonistischen Artikel
    Geïnteresseerd leest ze het feuilletonistische betoog.
  2. een (met één nummer gekenmerkte) paragraaf van een wet, contract of gelijkaardigs; artikel.
    «Der Artikel 1 des deutschen Grundgesetzes lautet wie folgt: „(1) Die Würde des Menschen ist unantastbar. Sie zu achten und zu schützen ist Verpflichtung aller staatlichen Gewalt. (2) Das Deutsche Volk bekennt sich darum zu unverletzlichen und unveräußerlichen Menschenrechten als Grundlage jeder menschlichen Gemeinschaft, des Friedens und der Gerechtigkeit in der Welt. (3) Die nachfolgenden Grundrechte binden Gesetzgebung, vollziehende Gewalt und Rechtsprechung als unmittelbar geltendes Recht.“[1]»
    Het artikel 1 van de Duitse grondwet luidt als volgt: "(1) De waarde van de mens is onaantastbaar. Haar te respecteren en te beschermen is verplichting van alle overheden. (2) Het Duitse volk komt daarom uit voor onschendbare en onvervreemdbare mensenrechten als fundament van elke menselijke gemeenschap, van de vrede en van de rechtvaardigheid in de wereld. (3) De navolgende grondrechten verplichten wetgeving, uitvoerende macht en rechtspraak als rechtstreeks geldend recht."
  3. geloofspunt; afdeling van een bekentenis of van een manifest; stelling, thesis
  4. een (handels)object, (handels)artikel
    «Diese Artikel sind preiswert und dadurch sehr gefragt und beliebt.»
    Deze handelsartikels zijn goedkoop en dus veelgevraagd en geliefd.
  5. (taalkunde) lidwoord
    «Deutsche Substantive haben sowohl einen bestimmten als auch einen unbestimmten Artikel
    Duitse zelfstandige naamwoorden hebben zowel een bepaald als een onbepaald lidwoord.