čaj
Uiterlijk
- IPA: /tʃaj/
- čaj
- Leenwoord uit het Oppersorbisch
čaj m
- IPA: /tʃaj/
- čaj
- Afgeleid van het Chinese 茶 (chá)
čaj m
- IPA: /tʃaj/
- čaj
- Afgeleid van het Chinese 茶 (chá)
čaj m
- piť čaj – thee drinken
- variť čaj – thee zetten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /tʃaj/
- čaj
- Afgeleid van het Chinese 茶 (chá)
- (drinken) thee; warme drank bereid van de bladeren van de theestruik
- «Uvař mi prosím čaj.»
- Zet me een kop thee, alsjeblieft.
- «Uvař mi prosím čaj.»
- (scheldwoord) zwakkeling; een zwak persoon
- «To jsem teda nečekal, že jsi takový čaj.»
- Dat had ik dus niet verwacht dat je zo'n zwakkeling bent.
- «To jsem teda nečekal, že jsi takový čaj.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | čaj | čaje |
genitief | čaje | čajů |
datief | čaji | čajům |
accusatief | čaj | čaje |
vocatief | čaji | čaje |
locatief | čaji | čajích |
instrumentalis | čajem | čaji |
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nedersorbisch
- Woorden in het Nedersorbisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersorbisch
- Formeel in het Nedersorbisch
- Drinken in het Nedersorbisch
- Woorden in het Oppersorbisch
- Woorden in het Oppersorbisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Oppersorbisch
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Drinken in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Drinken in het Tsjechisch
- Scheldwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch