Naar inhoud springen

Taalgids Fries

Uit Wikivoyage
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Fries
Taalgids Fries

Fries is de taal van Friesland.

Grammatica

[bewerken]

Uitspraak

[bewerken]

Klinkers

[bewerken]

Medeklinkers

[bewerken]

Woordenboek

[bewerken]

Basiswoorden

[bewerken]

Gebruikelijke uitdrukkingen


OPEN
IEPEN
GESLOTEN
SLETTEN
INGANG
YNGONG
UITGANG
ÚTGONG
DUWEN
TRIUWE
TREKKEN
LÛKE
TOILET
HÚSKE
WC
WC
HEREN, MANNEN
HEAREN , MANLJU
DAMES, VROUWEN
FROULJU , FROULJU
VERBODEN
FERBEAN
Goedendag. (formeel)
. ( )
Hallo. (informeel)
. ( )
Hoe gaat het?
Hoe giet it? ( )
Goed, dank u.
Goed, mei jo?. ( )
Hoe heet u?
Hoe hjitte jo? ( )
Ik heet ______.
Ik hjit ______. ( )
Aangenaam kennis te maken.
. ( )
Alstublieft.
Asjebleaft. ( )
Dank u wel.
Dankewol. ( )
Graag gedaan.
Graach dien. ( )
Ja.
Ja. ( )
Nee.
Nee. ( )
Excuseer.
. ( )
Het spijt me.
It spyt my. ( )
Tot ziens.
Oant sjen. ( )
I spreek geen ______.
Ik sprek gjin ______. ( )
Spreekt u Nederlands?
 ? ( )
Spreekt hier iemand Nederlands?
 ? ( )
Help!
 ! ( !)
Goeiemorgen.
Goeie moarn ( )
Goedenavond.
Goeie jûn ( )
Welterusten.
Lekker sliepe. ( )
Ik begrijp het niet.
Ik begryp it net ( )
Waar is de wc?
wêr is it húske? ( )

Bij problemen

[bewerken]
Laat me met rust.
Lit my mei rust. ( )
Raak me niet aan!
Reitsje my net oan! ( )
Ik bel de politie.
. ( )
Politie!
 ! ( )
Stop! Dief!
 !  ! ( )
Ik heb uw hulp nodig.
. ( )
Het is een noodgeval.
. ( )
Ik ben verdwaald.
. ( )
Ik ben mijn tas kwijt.
Ik bin myn tas kwiet. ( )
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
. ( )
Ik ben ziek.
Ik bin siik. ( )
Ik ben gewond.
. ( )
Ik heb een dokter nodig.
. ( )
Mag ik uw telefoon gebruiken?
Mei ik jo telefoon brûke? ( )

Cijfers

[bewerken]
1
ien ('ien' )
2
twa ('twa' )
3
trije ('treije' )
4
fjouwer ('fjouwer' )
5
fiif ('fief' )
6
seis ('seis' )
7
sân ('sahwn' )
8
acht ('acht' )
9
njoggen ('njoggen' )
10
tsien ('tsien' )
11
alve ('alvuh' )
12
tolve ('tolvuh' )
13
trettjin ('trettsjin' )
14
fjirtjin ('fjirtsjin' )
15
fyftjin ('fieftsjin' )
16
sechstjin ( )
17
santjin ('sahwntsjin' )
18
achttjin ('achttsjin' )
19
njoggentjin ('njoggentsjin' )
20
tweintich ('twein-tig' )
21
ienentweintich ('ien-en-tweintig' )
22
twaentweintich ('twaa-en-tweintig' )
23
trijeëntweintich ('trei-je-en-tweintig' )
30
tritich ('trie-tig' )
40
fjirtich ( )
50
fyftich ('fief-tig' )
60
sechstich ( )
70
santich ('sahwntig' )
80
tachtich ('tachtig' )
90
njoggentich ('njoggentig' )
100
hûndert ('hoendurt' )
200
twahûndert ('twaa-hoendurt' )
300
trijehûndert ('trei-je-hoendurt' )
1000
tûzen ('tuuzun' )
2000
twatûzen ('twaa-tuuzun' )
1.000.000
( )
1.000.000.000
( )
1.000.000.000,000
( )
nummer _____ (trein, bus, enz.)
( )
half
heal ( )
minder
( )
meer
( )

Tijd

[bewerken]
nu
no ( )
later
letter ( )
voor
( )
ochtend
moarn ('mawn' )
middag
middei ( )
avond
jûn ('joen' )
nacht
( )
Klok
[bewerken]
Eén uur 's ochtends
ien oere moarns( )
Twee uur 's ochtends
twa oere moarns ( )
Twaalf uur 's middags
tolve oere middeis (
Eén uur 's middags
ien oere middeis ( )
Twee uur 's middags
twa oere middeis ( )
Twaalf uur 's nachts
tolve oere nachts( )
Duur
[bewerken]
_____ minu(u)te(n)
( )
_____ u(u)r(en)
( )
_____ dag(en)
( )
_____ we(e)k(en)
( )
_____ maand(en)
( )
_____ ja(a)r(en)
( )
Dagen
[bewerken]
vandaag
hjoed (joed)
gisteren
juster (juster)
morgen
moarn (morn)
deze week
dizze wike ('dizze wieke' )
vorige week
( )
volgende week
( )
maandag
moandei (mendje)
dinsdag
tiisdei (tiesje)
woensdag
woansdei (wènsje)
donderdag
tongersdei ( Toansje )
vrijdag
freed (freed)
zaterdag
sneon (sneuhn)
zondag
snein (snein)
Maanden
[bewerken]
januari
jannewwaris ( )
februari
febrewaris ( )
maart
( )
april
( )
mei
maaie ( )
juni
juny ( )
juli
july ( )
augustus
( )
september
septimber ( )
oktober
( )
november
novimber ( )
december
desimber ( )

Kleuren

[bewerken]
zwart
( )
wit
( )
grijs
( )
rood
( )
blauw
( )
geel
( )
groen
( )
oranje
( )
paars
( )
bruin
( )

Vervoer

[bewerken]

Trein en bus

[bewerken]
Hoeveel kost een kaartje naar _____?
 ? ( )
Een kaartje naar _____, alstublieft.
. ( )
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
 ? ( )
Waar is de trein/bus naar _____?
 ? ( )
Stopt deze trein/bus in _____?
 ? ( )
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
 ? ( )
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
 ? ( )

Richtingen

[bewerken]
Hoe kom ik in _____ ?
 ? ( )
...het station?
 ? ( )
...de bushalte?
 ? ( )
...de luchthaven?
 ? ( )
...het stadscentrum?
 ? ( )
...de jeugdherberg?
 ? ( )
...het _____ hotel?
 ? ( )
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
 ? ( )
Waar zijn er veel...
( )
...hotels?
 ? ( )
...restaurants?
 ? ( )
...cafés?
 ? ( )
...bezienswaardigheden?
 ? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
 ? ( )
straat
stritte ( )
Links afslaan.
. ( )
Rechts afslaan.
. ( )
links
links ( )
rechts
rjochts ( )
rechtdoor
rucht troch ( )
richting de _____
( )
voorbij de _____
( )
voor de _____
( )
Let op de/het _____.
. ( )
kruispunt
( )
noord
( )
zuid
( )
oost
( )
west
( )
bergop
( )
bergaf
( )

Taxi

[bewerken]
Taxi!
 ! ( )
Breng me naar _____, alstublieft.
. ( )
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
 ? ( )
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )

Slapen

[bewerken]
Heeft u nog kamers beschikbaar?
 ? ( )
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
 ? ( )
Beschikt de kamer over...
( )
...lakens?
 ? ( )
...een WC?
 ? ( )
...een badkamer?
 ? ( )
...een telefoon?
 ? ( )
...een televisie?
 ? ( )
Mag ik de kamer eerst even zien?
 ? ( )
Heeft u niets rustiger?
 ? ( )
...groter?
 ? ( )
...schoner?
 ? ( )
...goedkoper?
 ? ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
. ( )
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
 ? ( )
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
 ? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
 ? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
 ? ( )
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
 ? ( )
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
 ? ( )
Kunt u me wakker maken om _____ uur?
 ? ( )
Ik wil uitchecken.
. ( )

Geld

[bewerken]
Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
( )
Kan ik met Britse ponden betalen?
( )
Kan ik met euro's betalen?
( )
Kan ik met een credit card betalen?
 ? ( )
Kunt u geld voor me wisselen?
 ? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
 ? ( )
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
 ? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
( )
Wat is de wisselkoers?
 ? ( )
Waar is er een geldautomaat?
 ? ( )

Eten

[bewerken]
Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. ( )
Mag ik de menukaart even zien?
. ( )
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. ( )
Is er een specialiteit van het huis?
 ? ( )
Is er een streekgerecht?
 ? ( )
Ik ben vegetariër.
. ( )
Ik eet geen varkensvlees.
. ( )
Ik eet geen rundvlees.
. ( )
Ik eet alleen koosjer.
. ( )
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
 ? ( )
vast menu
( )
à la carte
( )
ontbijt
( )
lunch
( )
afternoontea (maaltijd)
( )
avondeten
( )
Ik wil graag _____.
. ( )
Ik wil graag een gerecht met _____.
( )
kip
( )
rundsvlees
( )
vis
( )
ham
( )
worst
( )
kaas
tsiis ( tjies)
eieren
( )
salade
( )
(verse) groenten
( )
(vers) fruit
( )
brood
( )
geroosterd brood
( )
noedels
( )
rijst
( )
bonen
( )
Mag ik een glas _____?
 ? ( )
Mag ik een kopje _____?
 ? ( )
Mag ik een fles _____?
 ? ( )
koffie
( )
thee
( )
sap
( )
koolzuurhoudend water
( )
mineraalwater
( )
bier
( )
rode/witte wijn
( )
Mag ik wat _____?
 ? ( )
zout
( )
zwarte peper
( )
boter
( )
Ober!
 ! ( )
Ik ben klaar.
. ( )
Het was heerlijk.
. ( )
Kunt u de borden afruimen?
 ? ( )
De rekening, alstublieft.
. ( )

Uitgaan

[bewerken]
Serveert u alcohol?
 ? ( )
Is er bediening aan tafel?
 ? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u versnaperingen/snacks/hapjes?
 ? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
 ? ( )
Proost!
 ! ( )

Winkelen

[bewerken]
Heeft u dit in mijn maat?
 ? ( )
Hoeveel kost dat?
 ? ( )
Dat is te duur.
. ( )
Wilt u het voor _____verkopen?
 ? ( )
duur
( )
goedkoop
( )
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. ( )
Ik wil het niet.
. ( )
U bedriegt me.
. ( )
Ik ben niet geïnteresseerd.
. ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Mag ik een tasje?
 ? ( )
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. ( )
...tandpasta.
. ( )
...een tandenborstel.
. ( )
...tampons.
. ( )
...zeep.
. ( )
...shampoo.
. ( )
...een pijnstiller.
. ( )
...een middel tegen verkoudheid.
( )
...maagtabletten.
... ( )
...scheermesjes
. ( )
...een paraplu.
. ( )
...zonnebrandcrème.
. ( )
...een ansichtkaart.
. ( )
...postzegels.
. ( )
...batterijen.
. ( )
...schrijfpapier.
. ( )
...een pen.
. ( )
...Nederlandstalige boeken.
. ( )
...Nederlandstalige tijdschriften.
. ( )
...een Nederlandstalige krant.
. ( )
...een Nederlands-______ woordenboek.
. ( )

Rijden

[bewerken]
Ik wil een auto huren.
. ( )
Kan ik het laten verzekeren?
 ? ( )
stop
( )
éénrichtingsstraat
( )
voorrang verlenen
( )
parkeerverbod
( )
snelheidslimiet
( )
tankstation
( )
benzine
( )
diesel
( )

Autoriteiten

[bewerken]
Ik heb niets verkeerds gedaan.
. ( )
Het was een misverstand.
. ( )
Waar brengt u me naartoe?
 ? ( )
Ben ik gearresteerd?
 ? ( )
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
( )
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
( )
Ik wil met een advocaat spreken.
( )
Kan ik nu niet gewoon een boete betalen?
( )
Dit artikel is nog geheel in opbouw. Het bevat een sjabloon, maar nog niet genoeg informatie om bruikbaar te zijn voor een reiziger. Duik erin en breid het uit!