I.K. Bonset/Maanlichtlandschap
Maanlichtlandschap | |
Auteur(s) | I.K. Bonset |
Titel | Maanlichtlandschap |
Editie | {{{editie}}} |
Datering | 1915 |
Genre(s) | Poëzie |
Brontaal | Nederlands |
Bron | I.K. Bonset (1975) Nieuwe Woordbeeldingen. De gedichten van Theo van Doesburg, Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij, ISBN 90-2141-316-7, pp. 35-37. |
Auteursrecht | Publiek domein |
[35]
1915.
Maanlichtlandschap
Toen ben ik weggegaan
En vond mij staan
in de genade
van de maan.
Het licht was
schal
als luidde ’n
Bel
Hel
Schel
aanhoudend door
vlak aan mijn oor
met klaar
geluid
met stalen mond
Ik stond.
Ik stond
in het heelal
want d’aarde
was maar klein
en met de hand
te meten.
Eén pasje
voor mij uit
hield alles op.
[36]
wat is gemaakt
van aard en steen
Dáár was
’n witte wolk
over een afgrond heen.
Daar waren
hier en daar
wat zwarte
vlekjes in.
Ook was er nog
Ook was er nog
een cirkelboog.
En hoog.
Heel hoog.
Eén schel-wit
Oog.
En zwarte strepen
Vertikaal
herhaalden zich
herhaalden zich
verscheiden maal
Natuur
bestond niet meer
althans -
ik zag haar niet
Ook was het met
den tijd
gedaan.
De Eeuwigheid
ving aan.
[37]
En eeuwig
bleef ik staan
in de genade
in de genade
van de maan
Het licht was...