Plato
Uiterlijk
Plato (ca. 427- ca. 347 v.Chr) was een Grieks wijsgeer.
- „Aangeraakt door de liefde, wordt iedereen een dichter”
- Origineel in het Oudgrieks:
“πᾶς γοῦν ποιητής γίγνεται [...] οὗ ἂν Ἔρως ἅψηται.” - Bron: Plato, Symposium (196e)
- Aanhaling(en): Uit in Scherpenheuvel-Zichem, p. 7, Uit in Den Egger, bij de beschrijving van Plaisir d'Amour; zonder bronvermelding
- Origineel in het Oudgrieks:
- „Doch thans is het tijd dat wij gaan, ik om te sterven, gij om te leven. Maar wie van ons naar het beste gaat, is elk verborgen behalve den god.”
- Origineel in het Oudgrieks:
“ἀλλὰ γὰρ ἤδη ὥρα ἀπιέναι, ἐμοὶ μὲν ἀποθανουμένῳ, ὑμῖν δὲ βιωσομένοις· ὁπότεροι δὲ ἡμῶν ἔρχονται ἐπὶ ἄμεινον πρᾶγμα, ἄδηλον παντὶ πλὴν ἢ τῷ θεῷ.” - Bron: (EL) Απολογία Σωκράτους (Πλάτων); (NL) Plato's verdediging van Socrates (42a)
- Aanhaling(en): Jacob Andriessen, Deugd en godsdienstzin, of: tafereelen uit de geschiedenis en uit het leven van bijzondere personen, 1833, p. 184.
- Volgens Plato zouden dit Socrates' laatste woorden in zijn verdedigingsrede zijn geweest
- Origineel in het Oudgrieks:
- „Geest en lichaam zijn aan elkaar verkleefd. De geest moet daarom het wezenlijke wel zien vanuit een soort gevangenis, niet van aangezicht tot aangezicht, en doolt rond in volslagen onwetendheid.”
- Origineel in het Oudgrieks:
“τὴν ψυχὴν […] διαδεδεμένην ἐν τῷ σώματι καὶ προσκεκολλημένην. ἀναγκαζομένην δὲ ὥσπερ διὰ εἱργμοῦ διὰ τούτου σκοπεῖσθαι τὰ ὄντα ἀλλὰ μὴ αὐτὴν δι᾽ αὑτῆς, καὶ ἐν πάσῃ ἀμαθίᾳ κυλινδουμένην, (...)” - Bron: (EL) Φαίδων, pub22.net; (NL) Phaidoon (82e), Ars Floreat, oktober 2010.
- Aanhaling(en): de Platonische Academie, digischool.nl, 18 februari 2010.
- Origineel in het Oudgrieks:
- „Want uw uitvinding zal in de ziel van hen die haar leren, vergetelheid doen ontstaan, doordat ze zullen verwaarlozen hun geheugen te oefenen.”
- Origineel in het Oudgrieks:
“τοῦτο γὰρ τῶν μαθόντων λήθην μὲν ἐν ψυχαῖς παρέξει μνήμης ἀμελετησίᾳ” - Bron: (EL) Φαίδρος (Faidros), 275a; (NL) Verzameld Werk, vert. Xaveer De Win, vol. IV, 1999, p. 72
- Aanhaling(en): Henk Haenen, Verdraagzame islam, 2020, p. 48
- Plato vond de uitvinding van het schrift maar niets en illustreerde dat door een gesprek tussen de uitvinder Thoth en de sceptische Thamos, dat hij laat vertellen door Sokrates. Maar de argumenten die hij aanvoerde, zijn alleen door het schrift tot ons gekomen.
- Origineel in het Oudgrieks: