Vitus Gevaert
Vitus Gevaert (Huise, 12 februari 1822 - Gent, 25 april 1889) was een Belgisch klavierbouwer en muziekuitgever. Hij was de broer van François-Auguste Gevaert[1], componist, organist en de tweede directeur van het Koninklijk Conservatorium Brussel.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Hij werd geboren als oudste zoon in het gezin van Constantinus Gevaert en Petronilla De Vlieger. Vader Constantinus was notarisklerk onder de Franse administratie, nam deel aan de Slag bij Leipzig en keerde nadien terug naar Huise om er zich te vestigen als bakker en schepen verantwoordelijk voor onderwijs[2].
Zijn eerste professionele jaren slijtte Vitus als bakkersjongen[3], en in 1846 vestigde hij zich op de Brabantdam 36 in Gent als hersteller, stemmer en verkoper van piano's en uitgever van partituren. Deze uitgeverij was in de beginjaren ook een interessant vehikel voor de verspreiding van de werken van de toen debuterende François-Auguste Gevaert[4]. Deze was mede-oprichter en -eigenaar van de uitgeverij, en kon op die manier, in het voor auteursrechten ongunstige klimaat van de 19de eeuw, iets eenvoudiger zijn brood verdienen met zijn aanvangende compositorische arbeid[5].
Vanaf 1853 startte hij met de bouw van piano's. De instrumenten geproduceerd in Gevaerts atelier waren gerenommeerd in hun tijd en werden geëxporteerd doorheen Europa en Zuid-Amerika[6]. In 1871 opende hij een bijhuis in de Rue des Dominicains te Luik, dat werd gerund door schoonbroer[7] Charles-Louis en diens zoons[8]. Vanaf 1874 worden ook nog bijhuizen in Doornik, Huy, Charleroi, Oudenaarde en Ieper opgericht. Naast buffet- en vleugelpiano's vervaardigde Vitus Gevaert ook harmoniums en pianola's.
Na het overlijden van Gevaert, die kinderloos was gebleven, neemt de echtgenote van Gustave Beyer, viool- en altvioolleraar aan het Conservatorium van Gent, het huis Gevaert in 1890 over. De zaken worden verdergezet onder naam Gevaert-Beyer, en later als Maison Paul Beyer, zoon van. Er wordt nieuwe aandacht besteed aan de bouw van vleugelpiano's, de uitgave van nieuwe muziek wordt aangezwengeld, en er wordt tevens een salon ingericht voor concerten[9]. De productie van piano's onder het insigne V. Gevaert houdt evenwel op in de loop van de vroege jaren 1930, en in 1940 gaat Maison Paul Beyer failliet. Het handelsfonds werd overgenomen door Cnudde, die nog tot in de jaren 1950 bleef adverteren met de naam "Piano's V. Gevaert". De winkel in Luik bleef bestaan onder de naam Maison Brahy tot de sluiting in 2005.
Wetenswaardigheden
[bewerken | brontekst bewerken]- Hij was uitvinder van de harmonista, een in 1872 gepatenteerd hulpstuk dat boven op het klavier van een harmonium wordt geplaatst: het hulpstuk telt 26 drukknoppen, waarvan elke knop een volledig akkoord laat horen[10][11]. In 1881 nam hij een patent op de clavier transpositeur, waarmee het klaviermechaniek wordt verschoven zodat de musicus eenvoudig in een andere toonaard kan spelen[12].
- De bladmuziek van De Vlaemsche Leeuw werd in 1848 door Gevaert als eerste gedrukt en uitgegeven[13].
- Vitus' weduwe Clara Pernelle liet de stad Gent in 1915 een legaat van 3.000 frank na, waarvan de intresten elk jaar toegekend moesten worden aan kinderen van de gemeenschapsscholen, onder de naam "Spaarprijs Wed. V. Gevaert"[14]. 200 fr. wordt gelegateerd aan het Bureel van Weldadigheid[15].
- ↑ Jan Dewilde, Gevaert, François-Auguste. Studiecentrum voor Vlaamse Muziek vzw.
- ↑ (fr) Jean Argot (1987). Mémoire de licence. UCL.
- ↑ Hedwige Baeck-Schilders (2010). F.-A. Gevaert en het Gentse koorleven in het midden van de negentiende eeuw. Belgische Vereniging voor Muziekwetenschap.
- ↑ (fr) Cornaz, Marie (2010). Gevaert et la Belgique. Revue belge de Musicologie / Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap Vol. 64: 183-185
- ↑ (fr) Thieffry, Sandrine (2010). François-Auguste Gevaert et les éditeurs de musique. Revue belge de Musicologie / Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap Vol. 64: 245-280
- ↑ Bouckaert, P. (2006). Inleiding tot de oorsprong van de Gentse pianobouw. @rchieflink VI: 1-2
- ↑ In diverse naslagwerken wordt Charles-Louis aangeduid als de broer van Vitus. De uitvoerig gedocumenteerde genealogie van de hand van Michel de Ro spreekt een bloedverwantschap tussen de twee Gevaerts tegen. Wel werd Charles-Louis naast naamgenoot ook schoonbroer: zijn tweede huwelijk was met Emilia Crecintia Gevaert, een zus van Vitus. Het huwelijk vond plaats op 21 september 1872 in Gent, en ter illustratie van de naamsverwarring meldde de Gazet van Aalst 's anderendaags: "De bruidegom en de bruid droegen den naem van Gevaert; de vier getuigen heetten allen Gevaert; de eeredame nog eene Gevaert; eindelyk de priester die officieerde, ook een familielid, droeg insgelyks den naem van Gevaert. Nimmer, vermeenen wy, heeft een huwelyk eene zo volledige samentreffing van namen aengeboden." (p.2) De zonen die meehielpen in dit bijhuis waren de kinderen uit zijn eerste huwelijk met de uit Luik afkomstige Louise-Thérese Buche.
- ↑ Bouckaert, Pieter (2007). De geschiedenis van de Gentse pianobouw. Van Fuhrmann tot Justin Van Hyfte. Tijdschrift voor Industriële Cultuur 97
- ↑ (fr) Schuré, E. (4 maart 1900). Chronique de la Semaine. Le Guide Musical 46: 205 "La semaine dernière a eu lieu l’inauguration des salons que la maison Beyer a aménagés dans son nouvel immeuble, en vue d’auditions musicales. Les salons, spacieux, ont une excellente acoustique et se prêtent aussi bien à des auditions vocales qu’a des auditions de musique de chambre. C’est là une lacune profonde qui existait à Gand et que la maison Beyer a fort heureusement comblée."
- ↑ (de) Curt Sachs (1913). Real-Lexicon der Musikinstrumente zugleich ein Polyglossar für das gesamte Instrumentengebiet. Julius Bard.
- ↑ (fr) Barbedette, H, Bertrand, G, alii, (5 januari 1873). Nouvelles Diverses. Le Ménestrel (journal de musique) 39: "Le frère du savant compositeur et directeur du Conservatoire de Bruxelles, M. Vitus Gevaert, facteur de pianos à Gand, vient d'inventer un mécanisme aussi simple qu'ingénieux, au moyen duquel toute personne sachant lire la notation musicale peut immédiatement accompagner le plain chant usuel de la liturgie romaine."
- ↑ (fr) Malou Haine (1986). Dictionnaire des facteurs d’instruments de musique en Wallonie et à Bruxelles du IXe s. à nos jours. Mardaga.
- ↑ Tom Janssens, Karel Miry. Studiecentrum voor Vlaamse Muziek vzw. Gearchiveerd op 5 maart 2016. Geraadpleegd op 14 januari 2019.
- ↑ (fr) "Chronique Gantoise / Conseil communal", Journal de Gand: politique, industriel, commercial et littéraire, 13 juni 1915, pp. 1.
- ↑ Overzicht van het archief van het Bureel van Weldadigheid van Gent