Afrikaanse doornstaartagame
Afrikaanse doornstaartagame IUCN-status: Gevoelig[1] (2019) | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Uromastyx acanthinura Bell, 1825 | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Afrikaanse doornstaartagame op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De Afrikaanse doornstaartagame[2] (Uromastyx acanthinura) is een hagedis uit de familie agamen (Agamidae).
Naam en indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door Thomas Bell in 1825. De wetenschappelijke naam wordt soms abusievelijk als Uromastyx acanthinurus geschreven.[3] Deze soort is alleen van sommige andere (onder)soorten te onderscheiden door het tellen van bepaalde schubbenrijen op het lichaam.
Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De Afrikaanse doornstaartagame wordt ongeveer 70 centimeter lang. De basiskleur van deze gedrongen hagedis is meestal donkergrijs tot zwart, maar op de rug en flanken zitten vaak zoveel kleine ronde rode vlekjes dat de donkere kleur geheel wegvalt. Soms zijn deze vlekjes geel of groen, en bedekken ze alleen de flanken. De kop is erg rond en stomp en duidelijk afgesnoerd van het lichaam door de relatief lange nek. Hierdoor heeft de agame een beetje een schildpad-achtige kop, door de langere nek kan de doornstaartagame beter om zich heen kijken om prooien en vijanden in de gaten te houden. De poten en kop hebben vaak ook ronde vlekken maar zijn overwegend zwart. De staart heeft een aantal kenmerken: kort, sterk gesegmenteerd, erg plat, stekelig en breder dan de kop. De kleuren vervagen met de jaren en heel oude exemplaren zijn overwegend zwart. Hun kleur is ook wel afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]Het voedsel bestaat bij jonge dieren uit insecten en plantendelen, maar na enige tijd worden ze vrijwel volledig vegetarisch. Met name bladeren, bloemen, bessen en vruchten worden gegeten.
Het is een typische bodembewoner die in nood snel in een boom kan schieten maar verder niet graag klimt. De doornstaartagame laat zich opwarmen door de zon maar op het heetst van de dag wordt het zelfs deze woestijnbewoner te veel en kruipt hij weg om te rusten. Ter afschrikking van carnivore belagers kunnen ze hun hol afsluiten door middel van de dikke staart en ze kunnen hun lichaam vol lucht blazen. Bij bedreiging kunnen ze met de staart rake klappen uitdelen, maar bijten kan ook. De dieren zijn erg territoriaal ingesteld en zullen hun territorium dan ook fel verdedigen.
Voortplanting
[bewerken | brontekst bewerken]Een legsel bestaat 20 tot 30 eieren per legsel, dat ingegraven wordt in zijkamers van hun hol.
Verspreiding en habitat
[bewerken | brontekst bewerken]De Afrikaanse doornstaartagame komt voor in delen van noordelijk Afrika en leeft in de landen Mali, Tsjaad, Niger, Soedan, Marokko, Libië, Egypte, Tunesië, Algerije en mogelijk in Mauritanië. De habitat bestaat uit warme en droge gebieden zoals halfwoestijnen en droge graslanden, zelfs in delen van de Saharawoestijn. Als een van de weinige soorten hagedissen komt deze soort zelfs voor in gebieden zonder hogere vegetatie.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]Vele foto's van allerlei agamen; de bovenste rijen zijn doornstaartagamen. Stichting Doelgroep Groene Leguanen, kenniscentrum voor herbivore reptielen
Bronvermelding
[bewerken | brontekst bewerken]- Referenties
- ↑ (en) Afrikaanse doornstaartagame op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 248. ISBN 90 274 8626 3.
- ↑ Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Uromastyx acanthinura.
- Bronnen
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database - Uromastyx acanthinura - Website Geconsulteerd 30 juni 2019
- (nl) – David Burnie (2001) - Animals, Dorling Kindersley Limited, London. ISBN 90-18-01564-4 (naar het Nederlands vertaald door Jaap Bouwman en Henk J. Nieuwenkamp).