Naar inhoud springen

Unciaal 070

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Unciaal 070
Unciaal 070
Bijbeltekst Evangelien
Datering 6e eeuw
Taal Grieks
Huidige locatie Oxford, Parijs, Londen
Grootte 37 cm bij 28 cm
Teksttype Alexandrijnse
Categorie III

Unciaal 070 (Gregory-Aland), ε 6 (Soden), is een van de Bijbelse handschriften in Griekse en Koptische taal. Het dateert uit de 6e eeuw en is geschreven met hoofdletters (uncialen) op perkament.[1]

Het bevat de tekst van de Evangelie volgens Lucas en Evangelie volgens Johannes met lacunes.[1] De gehele Codex bestaat uit 44 bladen (37 × 28 cm)[1] en werd geschreven in twee kolommen per pagina, 35 regels per pagina.[1]

Inhoud
070 (13 folios) – Lukas 9:9-17; 10:40-11:6; 12:15-13:32; Johannes 5:31-42; 8:33-42; 12:27-36
0110 (1 folio) – Johannes 8:13-22
0124 0194 (22 folios) – Lucas 3:19-30; 10:21-30; 11:24-42; 22:54-65; 23:4-24:26; Johannes 5:22-31; 8:42-9:39; 11:48-56; 12:46-13,4
0178 (1 folio) – Lucas 16:4-12
0179 (1 folio) – Lucas 21:30-22,2
0180 (1 folio) – Johannes 7:3-12
0190 (1 folio) – Lucas 10:30-39
0191 (1 folio) – Lucas 12:5-14
0193 (1 folio) – Johannes 3:23-32
0202 (2 folios) – Lucas 8:13-19; 8:5-9:9.[1]

De Codex is een representant van het Alexandrijnse tekst-type, Kurt Aland plaatste de codex in Categorie III.[1]

Het manuscript bevat aspiratietekens en accenten.[2]

Het handschrift is in 11 delen opgedeeld en wordt op 5 locaties bewaard:

  • H. Ford, Appendix ad editionem Novi Testamenti Graeci e Codice MS Alexandrino a C. G. Woide descripti (Oxford, 1799), pp. 52–62, 83.
  • E. Amélineau, Notice des manuscrits coptes de la Bibliothèque Nationale (Paris: 1985), pp. 373–374, 408-409. (Unciaal 0124)
  • C. R. Gregory, "Textkritik des Neuen Testaments", Leipzig 1900, vol. 1, p. 69 (0124), p. 75 (070).
  • U. B. Schmid, D. C. Parker, W. J. Elliott, The Gospel according to St. John: The majuscules (Brill 2007), pp. 61–65. [text of the codex in the Gospel of John]
  • K. Wessely, Studien zur Paläographie und Papyruskunde (Amsterdam 1966)
  • Uncial 070 in de Wieland Willker, "Textual Commentary"