Naar inhoud springen

Tweede Kamerverkiezingen 1933

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tweede Kamerverkiezingen 1933
Datum 26 april 1933
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 100
Opkomst 94,22%
Resultaat
Grootste partij RKSP
Nieuwe kabinet Colijn II
Vorige kabinet Ruijs de Beerenbrouck III
Tweede Kamerverkiezingen 1933
Opvolging verkiezingen
1929     1937
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Het aanplakken van verkiezingsposters van de SDAP met lijsttrekker J.W. Albarda in de Amsterdamse Pieter Lodewijk Takstraat.
Grootste partij per gemeente

De Tweede Kamerverkiezingen 1933 waren verkiezingen in Nederland voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij werden gehouden op 26 april 1933.

De verkiezingen waren noodzakelijk geworden door de ontbinding van de Tweede Kamer als gevolg van een conflict met het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck III. Op 9 februari 1933 nam de Tweede Kamer een motie-Boon aan die zich uitsprak tegen het voorstel van minister Donner (Justitie) over de vermindering van het aantal kantongerechten en rechtbanken. Daarop ontbond het kabinet bij KB van 15 februari 1933 de Tweede Kamer ingaande 8 mei 1933.[1]

Opkomst en kiesdeler

[bewerken | brontekst bewerken]
1929 1933
# stemmen % # stemmen %
Kiesgerechtigden 3.588.106 4.136.519
Niet opgekomen 372.871 10,39[2] 239.009 5,78[2]
Opkomst 3.215.235 89,61[2] 3.897.510 94,22[2]
Blanco stemmen 4.299 0,13[3] 107.097 2,75[3]
Ongeldige stemmen 42.678 1,33[3] 68.585 1,76[3]
Geldige stemmen 3.168.258 98,53[3] 3.721.828 95,49[3]
Kiesdeler 31.682 1,00[4] 37.218 1,00[4]
Kiesdrempel 23.761 0,75[4] 27.913 0,75[4]

Verkiezingsuitslag naar partij

[bewerken | brontekst bewerken]

Voornaamste winnaar van de verkiezingen was de ARP, die met Colijn aan het hoofd twee zetels wint. Net als in 1925 gold hij als sterke man, die Nederland uit de crisis moest leiden. Naast de heersende economische crisis, met massa-werkloosheid, speelden ook de internationale situatie en de ondermijning van het gezag daarbij een grote rol. De nazi's waren op 30 januari 1933 in Duitsland aan het bewind gekomen en op het marineschip 'De Zeven Provinciën' had diezelfde maand een muiterij plaatsgevonden.

De vervroegde verkiezingen gaven in tegenstelling tot die in 1929 wel de nodige verschuivingen te zien. Opvallend was echter vooral het grote aantal partijen dat aan de verkiezingen deelnam: 54. Daaronder waren enkele rechts-extremistische, zoals de Algemeene Nederlandsche Fascisten Bond, maar die behaalden geen zetel.

Toch behoorden kleinere partijen ter linker- en rechterzijde tot de winnaars. Links was dat de Revolutionair-Socialistische Partij (RSP) van Henk Sneevliet, die met één zetel in de Kamer kwam. En ook de CPH won: twee zetels. Daardoor werd er voor het eerst een Nederlands-Indiër, Roestam Effendi, gekozen.

Ter rechterzijde won het op een sterk gezag hamerende Verbond voor Nationaal Herstel (VNH) een zetel. De lijsttrekker, generaal Snijders, nam overigens zelf geen zitting.

De RKVP keerde weer terug in de Kamer en fuseerde in september 1933 tot KDP, terwijl de protestantse pacifistische Christelijk-Democratische Unie (CDU) eveneens één zetel behaalde.

De winst van de splinterpartijen ging ten koste van de gevestigde partijen. De SDAP en de RKSP verloren twee zetels; de CHU, de VDB en de Liberalen verloren er een.

Van de kleine partijen handhaafden zich de SGP, HGSP en Plattelandersbond (ditmaal onder de naam Nationale Boeren-, Tuinders- en Middenstandspartij, NBTM). Alleen Floris Vos keerde niet terug, maar hij was ook geen kandidaat meer.

Partij 1929 1933 /−
# stemmen %[4] zetels # stemmen %[4] zetels % zetels
RKSP 931.832 29,38 30 1.037.355 27,92 28 −1,46 −2
SDAP 762.281 24,03 24 798.632 21,49 22 −2,54 −2
ARP 371.698 11,72 12 499.892 13,45 14 1,73 2
CHU 335.800 10,59 11 339.813 9,15 10 1,44 −1
Vrijheidsbond 232.187 7,32 8 258.750 6,96 7 −0,36 −1
VDB 193.031 6,09 7 188.952 5,09 6 −1,00 −1
CPH-De Visser[5] 35.696 1,13 1
CPH-Wijnkoop[5] 29.355 0,93 1
CPH[5] - - - 118.238 3,18 4
subtotaal 65.051 2,06 2 118.238 3,18 4 1,12 2
SGP 71.420 2,25 3 93.275 2,51 3 0,26 0
RSP 20.869 0,66 0 48.405 1,30 1 0,64 1
NBTM[6] 32.301 1,02 1 47.688 1,28 1 0,26 0
RKVP 21.894 0,69 0 40.905 1,10 1 0,41 1
CDU 12.407 0,39 0 38.464 1,04 1 0,65 1
HGSP 34.442 1,09 1 33.930 0,91 1 −0,18 0
VNH - - - 30.332 0,82 1 0,82 1
OSP - - - 25.616 0,69 0 0,69 0
KDB - - - 20.487 0,55 0 0,55 0
ANFB - - - 15.814 0,43 0 0,43 0
ADU[7] 8.650 0,27 0 14.192 0,38 0 0,11 0
POR[8] - - - 10.466 0,28 0 0,28 0
NCAP[9] 1.602 0,05 0 6.602 0,18 0 0,13 0
LF - - - 6.358 0,17 0 0,17 0
VvN 3.459 0,11 0 5.989 0,16 0 0,05 0
RKAP - - - 5.967 0,16 0 0,16 0
R&V - - - 4.164 0,11 0 0,11 0
Marktkooplieden - - - 3.184 0,09 0 0,09 0
Lijst Wolswinkel - - - 2.742 0,07 0 0,07 0
OZ[10] - - - 2.257 0,06 0 0,06 0
NSP[11] - - - 2.083 0,06 0 0,06 0
NFU[12] - - - 1.733 0,05 0 0,05 0
Lijst Jacobs - - - 1.629 0,04 0 0,04 0
RKBA[13] - - - 1.330 0,04 0 0,04 0
HM[14] 4.072 0,13 0 1.123 0,03 0 −0,10 0
VWP[15] - - - 1.040 0,03 0 0,03 0
BvB[16] - - - 910 0,02 0 0,02 0
Lijst Eijking - - - 772 0,02 0 0,02 0
NSP[17] - - - 746 0,02 0 0,02 0
Lijst Engels - - - 725 0,02 0 0,02 0
H&HA[18] 845 0,03 0 702 0,02 0 −0,01 0
NVAB[19] 342 0,01 0 551 0,01 0 0,00 0
Lijst Bongers - - - 476 0,01 0 0,01 0
Lijst De Wit - - - 452 0,01 0 0,01 0
VAW[20] - - - 371 0,01 0 0,01 0
ZP[21] - - - 311 0,01 0 0,01 0
ANHB[22] - - - 294 0,01 0 0,01 0
OF - - - 261 0,01 0 0,01 0
UP[23] - - - 237 0,01 0 0,01 0
NWP[24] - - - 227 0,01 0 0,01 0
ACP[25] - - - 197 0,01 0 0,01 0
PG[26] - - - 185 0,00 0 0,00 0
CDAP[27] - - - 182 0,00 0 0,00 0
Lijst Triesscheijn - - - 172 0,00 0 0,00 0
O&V[28] - - - 142 0,00 0 0,00 0
AAB[29] - - - 97 0,00 0 0,00 0
Lijst Groothuis - - - 90 0,00 0 0,00 0
MP S&L 36.382 1,15 1 - - - −1,15 −1
overige partijen in 1929 82.531 1,18 0 - - - −1,18 0
Totaal 3.168.258[30] 100 100 3.721.828[31] 100 100 0 0

Gekozen leden

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Lijst van Tweede Kamerleden 1933-1937 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Kabinetsformatie

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Kabinet-Colijn II voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck III stelde op 26 april 1933 zijn functies ter beschikking. Na een korte formatieperiode trad op 26 mei 1933 het kabinet-Colijn II aan dat bestond uit ministers van RKSP, ARP, CHU, LSP en VDB, aangevuld met een partijloze.

[bewerken | brontekst bewerken]