Resolutie 1139 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Uiterlijk
Resolutie 1139 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 21 november 1997 | |
Nr. vergadering | 3835 | |
Code | S/RES/1139 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Wapenstilstand tussen Syrië en Israël | |
Beslissing | Verlenging interim VN-macht met zes maanden. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Chili · Costa Rica · Egypte · Guinee-Bissau · Japan · Kenia · Zuid-Korea · Polen · Portugal · Zweden
| ||
Syrië (rood) en Israël (blauw).
|
Resolutie 1139 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 21 november 1997 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken] Zie Jom Kipoeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Na de Jom Kipoeroorlog kwamen Syrië en Israël overeen de wapens neer te leggen. Een waarnemingsmacht van de Verenigde Naties moest op de uitvoer van de twee gesloten akkoorden toezien.
Inhoud
[bewerken | brontekst bewerken]De Veiligheidsraad:
- Overwoog het rapport van de secretaris-generaal over de VN-waarnemingmmacht.
- Beslist:
- a. De partijen op te roepen onmiddellijk resolutie 338 uit te voeren.
- b. Het mandaat van de UNDOF-macht met een periode van zes maanden te verlengen, tot 31 mei 1998.
- c. De secretaris-generaal te vragen dan te rapporteren over de ontwikkelingen en de genomen maatregelen om resolutie 338 uit te voeren.