Portaal:Maritiem/Artikel6
Een schroef is de meest gebruikte voortstuwer en bestaat uit op een schroefnaaf geplaatste bladen die een helixvormig oppervlak beschrijven. De resulterende kracht heeft een voorwaartse component en levert daarmee voortstuwing. De meeste moderne koopvaardij- en marineschepen worden hierdoor voorgestuwd. Schroeven bestaan in vele vormen, afhankelijk van het type schip. De meest voorkomende typen zijn open schroeven, straalbuisschroeven en boegschroeven. Er bestaan ook speciale schroeven zoals surface piercing schroeven en supercaviterende schroeven. Ook een waterjet zou men als een schroef kunnen beschouwen. Een speciaal type is de roerpropeller waarbij de schroef in een behuizing geplaatst is die zelf kan roteren, zodat deze alle kanten op kan stuwen. Een schroef bestaat uit een naaf met daaraan minimaal 2 bladen, symmetrisch onder een hoek gemonteerd. De bladen zijn zo geplaatst dat er bij rotatie een drukverschil ontstaat tussen beide zijden van de schroef. De bladen zijn bijna altijd hydrodynamisch gevormd. Het maximaal aantal bladen is 7. De bladen kunnen al dan niet verstelbaar zijn. In het laatste geval spreekt men van een verstelbare schroef, in alle andere gevallen van een vaste schroef. Bij een verstelbare schroef is de stand van de bladen ten opzichte van de naaf — de spoed — te veranderen. Hierdoor kan men bij een vast toerental van de as de snelheid van het schip variëren. Bij een vaste schroef wordt de snelheid van het schip geregeld door variatie van het toerental van de as. lees verder