Naar inhoud springen

Pieter Pauw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pieter Pauw
Een portret van Pieter Pauw. Deze tekening werd gebruikt in zijn werk Succenturiatus Anatomicus, continens Commentaria in Hippocratem de Capitis Vulneribus. Additæ sunt Annotationes in aliquot Capita Libri octavi C. Celsi (1616).
Een portret van Pieter Pauw. Deze tekening werd gebruikt in zijn werk Succenturiatus Anatomicus, continens Commentaria in Hippocratem de Capitis Vulneribus. Additæ sunt Annotationes in aliquot Capita Libri octavi C. Celsi (1616).
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum 2 augustus 1564
Geboorteplaats Amsterdam
Overlijdensdatum 1 augustus 1617
Overlijdensplaats Leiden
Nationaliteit Nederlands
Academische achtergrond
Alma mater Universiteit Leiden
Universiteit van Padua
Universiteit van Rostock
Universiteit van OrléansBewerken op Wikidata
Wetenschappelijk werk
Vakgebied Anatomie
Universiteit Universiteit Leiden
Soort hoogleraar Buitengewoon hoogleraar (1589–1592)
Gewoon hoogleraar (1592–1617)
Bekend van Leids Anatomisch TheaterBewerken op Wikidata
Beroep Rector magnificus (1601–1602, 1606–1607, 1614–1615)
Website
Dbnl-profiel
Pieter Pauw liet in 1596 of 1597 te Leiden het eerste anatomische theater van Nederland (het Theatrum Anatomicum) bouwen.

Pieter Pauw (Amsterdam, 2 augustus 1564 - Leiden, 1 augustus 1617), ook wel Petrus Pavius genoemd,[1] was een Nederlands botanicus, anatoom en hoogleraar.

Pieter Pauw was de zoon van Pieter Pauw, die plaatsnam in de stadsraad van Amsterdam en later rentmeester te Alkmaar werd, en Geertruide Spiegel.

Pauw studeerde van 2 november 1581 tot 1584 geneeskunde aan de Universiteit Leiden, destijds nog aangeduid als de Hoogeschool te Leiden.[2] Na zijn studie vertrok hij naar het buitenland. In de colleges die hij hier volgde, werden kadavers ontleed door een chirurg onder leiding van een hoogleraar. Pauw ging vervolgens naar Rostock,[3] alwaar hij lessen volgde van Henricus Brucaeus en in 1587 zijn doctoraat[4] in de geneeskunde behaalde.[5] Daarna verbleef hij drie maanden lang in de Noord-Italiaanse stad Padua en werd hij onderwezen door Hieronymus Fabricius, maar hij keerde noodgedwongen terug naar Nederland toen zijn vader ziek was.

Op 9 februari 1589 ging hij in Leiden te werk als buitengewoon hoogleraar, ter assistentie van Gerard de Bondt. Pauw droeg vanaf 10 oktober 1598 samen met De Bondt zorg voor het bestuur over en het onderhoud van de Hortus botanicus Leiden.[6] De boomsoort Aesculus pavia (een soort Paardenkastanje) is naar Pauw vernoemd door Herman Boerhaave,[7] die in het begin van de achttiende eeuw directeur was van deze tuin. Op 10 mei 1592 werd hij aangesteld als gewoon hoogleraar.

In 1596 of 1597 liet Pauw het eerste anatomische theater van Nederland, genaamd Theatrum Anatomicum, bouwen. Tien jaar eerder was De Bondt begonnen met anatomiecolleges in Leiden, maar Pauw was de eerste die publiekelijk lijken ontleed voor zijn lessen.[8] Deze ontledingen trokken veel aandacht en werden niet alleen door studenten bezocht. Niet-studenten moesten een toegangsprijs van vijftien stuivers betalen.[9] Aan de medische faculteit werd niet gedoceerd tijdens deze colleges. De faculteit overwoog in 1613 om ze te voorzien van muziek door de fluitspelers die ook bij diploma-uitreikingen optraden, te laten spelen. Pauw en zijn collega's gebruikten de lichamen van geëxecuteerde criminelen voor deze colleges.[8]

Hij voorzag het theater van een verzameling bijzondere objecten, waaronder de blaas van Isaac Casaubon.[8]

Het hoogleraarschap in de geneeskunde werd in 1599 door Aelius Everhardus Vorstius overgenomen. Hij nam na Pauws overlijden in 1617 ook de zorg van de tuin op zich.[8] Pauw zorgde ervoor dat in 1617 - kort voor zijn overlijden - het Epitome van Andreas Vesalius opnieuw werd uitgegeven.[5] Het Epitome is een voor studenten aangepaste versie van De humani corporis fabrica libri septem en Pauw voegde hier zijn eigen annotaties aan toe.[5]

Persoonlijk leven

[bewerken | brontekst bewerken]

Pauw ging op 23 april 1593 in kerkelijke ondertrouw met Maria van Hout. Op 9 mei traden zij in het huwelijk. Ze kregen zeven kinderen, van wie er twee vroegtijdig kwamen te overlijden.[10]

  • Tractatus de Exercitiis, Lacticiniis, et Bellariis[11]
  • Notæ in Galenum de cibis boni et mali succi[11]
  • Hortus publicus Academiæ Lugduno-Batavæ, ejus Ichnographia, descriptio, usus (1601)[8]
  • Succenturiatus Anatomicus, continens Commentaria in Hippocratem de Capitis Vulneribus. Additæ sunt Annotationes in aliquot Capita Libri octavi C. Celsi[11]
  • Notæ et Commentarii in Epitomen Anatomicum Andreæ Vesalii[11]
  • Primitiae anatomicae de humani corporis ossibus (1615)
Postuum uitgegeven
  • De Valvulâ Intestini Epistolæ duæ[11]
  • De Peste Tractatus, cum Henrici Florentii additamentis[11]
  • Anatomicæ Observationes selectiores[11]
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Petrus Pauw van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Voorganger:
Johannes Heurnius
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1601–1602
Opvolger:
Paulus Merula
Voorganger:
Jacobus Arminius
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1606–1607
Opvolger:
Rudolph Snellius
Voorganger:
Johan Polyander van Kerckhoven
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1614–1615
Opvolger:
Cornelius Paulinus Swanenburg