Naar inhoud springen

Paul Giesler

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Paul Giesler
Gouwleider Paul Giesler
Gouwleider Paul Giesler
Geboren 15 juni 1895
Siegen, Westfalen, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk
Overleden 8 mei 1945
Bischofswiesen[1]
Land Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Politieke partij NSDAP
Beroep Architect[2][3]
Religie Evangelisch[4][5] verklaarde zich later Gottgläubig[2][1]
Gouwleider van Westfalen-Süd
Aangetreden 9 november 1941[6][2]
Einde termijn 26 januari 1943[6][2]
President Adolf Hitler
Voorganger Josef Wagner
Opvolger Albert Hoffmann
Gouwleider van München-Opper-Beieren
Aangetreden 1 april 1940[6][2]
Einde termijn 5 mei 1945
Voorganger Albert Hoffmann
Opvolger Ambt opgeheven
Minister-president van Beieren
Aangetreden 2 november 1942[6]
Einde termijn 28 april 1945[6]
Voorganger Ludwig Siebert
Opvolger Fritz Schäffer
Parlementslid in de Rijksdag
Aangetreden April 1938
Einde termijn 8 mei 1945
Reichsverteidigungskommissar Süd[2][1][6]
Einde termijn 8 mei 1945
Rijksminister van Binnenlandse Zaken
Aangetreden 29 april 1945[2][1][6]
Einde termijn 8 mei 1945[2][1][6]
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Paul Giesler (Siegen, 15 juni 1895Bischofswiesen, 8 mei 1945) was van 1941 tot 1943 gouwleider van de NSDAP in Westfalen-Süd en vanaf 1942 tevens van München-Oberbayern. Van 1942 tot 1945 was hij minister-president van Beieren.

Tijdens de eindfase van de oorlog gaf Giesler de opdracht tot het executeren van 16 burgers en een ongeboren kind, in het Bloedbad van Penzberg.

In het op 29 april 1945 getekende testament van Adolf Hitler werd hij benoemd tot rijksminister van Binnenlandse Zaken, als opvolger van Heinrich Himmler. Op dezelfde dag vluchtte Giesler echter met zijn familie uit München vanwege de oprukkende geallieerden, waarna hij samen met zijn vrouw een eerste zelfmoordpoging deed met slaappillen, die echter mislukte. Enkele dagen later heeft hij waarschijnlijk zijn vrouw bij Hintersee omgebracht en opnieuw geprobeerd zelfmoord te plegen door zichzelf door het hoofd te schieten, waarna hij nog enkele dagen heeft geleefd. Hij werd verpleegd in een veldhospitaal in Bischofswiesen. Hij werd begraven op het Alten Friedhof van Berchtesgaden, sectie: O, rij 3-graf 12 (grafsteen verwijderd).[7]

Militaire loopbaan

[bewerken | brontekst bewerken]

Lidmaatschapsnummers

[bewerken | brontekst bewerken]
  • NSDAP-nr.: 72 741 (lid geworden 1922)[1](herintreding NSDAP 1 januari 1928)[2][6]

Onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]