Naar inhoud springen

Osteoblast

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Osteoblasten (paars) aan de rand van een tuberkel (roze - diagonaal van de afbeelding). In dit routinematig gefixeerde en ontkalkte (botmineraal verwijderd) weefsel, zijn de osteoblasten teruggetrokken en gescheiden van elkaar en van hun onderliggende matrix. In levend bot zijn de cellen verbonden door zonula occludens en gap junctions, en geïntegreerd met onderliggende osteocyten en matrix H&E-kleuring

Een osteoblast is een cel die botweefsel opbouwt door osteoïd en mineraliserende enzymen af te scheiden in de extracellulaire matrix. Osteoblasten zorgen voor de verkalking van deze matrix, de ossificatie. Daarnaast scheiden ze ook regulerende stoffen af die de osteoclast-functie controleren. Osteoblasten die in het beenweefsel ingebouwd raken, worden osteocyten genoemd.

Deze cellen ontstaan onder invloed van groeifactoren (FGF, PDGF, TGF-β en andere BMPs) uit osteoprogenitorcellen (mesenchymatische cellen) die in endost en periost voorkomen. Osteoblasten maken de organische bestanddelen van de botmatrix. Ze produceren dus collageen type I, proteoglycanen en glycoproteïnen.

Osteoblasten liggen tegen het oppervlak van het bot aan in aaneengesloten rijen: de osteoblastenzoom. Ze tonen alle kenmerken van een eiwit-synthetiserende cel wanneer zij matrixmateriaal produceren. Ze hebben veel RER en een goed ontwikkeld golgicomplex.

Osteoblasten zijn de botbouwers. Feitelijk is de osteoblast een gespecialiseerde fibroblast. Op botoppervlakken waar groei optreedt, zijn de osteoblasten in een dunne aaneengesloten laag aanwezig. Hun celplasma is gevuld met een sterk ontwikkeld endoplasmatisch reticulum en golgicomplex. Dit duidt net als bij de fibroblasten op synthese van eiwit- en suikerketens. De osteoblasten maken amorfe matrix waarin ze vervolgens collageen deponeren. Dit materiaal wordt in bot osteoid genoemd. Osteoblasten zijn de aanbouwende cellen.