Oostelijke vale spotvogel
Oostelijke vale spotvogel IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Foto van de oostelijke vale spotvogel | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Iduna pallida (Hemprich & Ehrenberg, 1833) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Oostelijke vale spotvogel op Wikispecies | |||||||||||||
|
De oostelijke vale spotvogel (Iduna pallida synoniem: Hippolais pallida) is een zangvogel uit de familie van Acrocephalidae. Hoewel hij spotvogel wordt genoemd, lijkt hij meer op een kleine karekiet of een tuinfluiter.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De vale spotvogel wordt ongeveer 13 cm groot. Hij heeft een groengrijze bovenzijde, een vuilwitte onderzijde en een lichtgele wenkbrauwstreep die tot net achter het oog reikt. Hij heeft een lange, dunne snavel, grijze poten en een lichte oogring. De staart is recht afgesneden en heeft witte randen en toppen aan de buitenzijde. De staart wordt tijdens het hippen steeds omlaag geslagen. De vleugels zijn 62-72 mm lang; de eerste handpen is langer dan de grote handdekveren en de tweede handpen is korter dan de vijfde handpen. Hij verschilt van de Sykes' spotvogel (Iduna rama) door de grijze poten, staartbewegingen en de langere handpenprojectie.
Broeden
[bewerken | brontekst bewerken]De vale spotvogel broedt op ongelijk, droog terrein met struiken, in tuinen, boomgaarden, parken en tuinen, vaak in de buurt van water. De eerste vogels beginnen te broeden in april en maken een nest van wortels, mos, bladeren en gras. Het wordt bekleed met haren en pluizen. Er worden 4-5 lichtgrijze eieren met zwarte strepen en vlekken gelegd, die in 14-15 dagen worden uitgebroed. De jongen worden nog 15 dagen gevoerd.
Geluid
[bewerken | brontekst bewerken]Als dat van de rietzanger.
Taxonomie
[bewerken | brontekst bewerken]Deze soort heette vroeger de vale spotvogel, maar is sinds de eeuwwisseling uit het geslacht Hippolais gehaald en geplaatst in het geslacht Iduna. Daarna is de soort gesplitst in twee soorten, de westelijke vale spotvogel (Iduna opaca) en de oostelijke vale spotvogel (I. pallida).[2]
Zowel de overgang naar een ander geslacht als de splitsing zijn nog geen gemeengoed. De IUCN meldt nog steeds de oude geslachtsnaam. Deze soortsplitsing komt niet voor in Howard and Moore Complete Checklist of the Birds of the World, derde druk 2003. Daar wordt de westelijke soort als ondersoort I. pallida opaca beschouwd.
Verspreiding en leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]De oostelijke vale spotvogel broedt in Zuid- en Midden-Europa en het Midden-Oosten. Aan de hand van het leefgebied is daarom de tuinfluiter als gelijkende soort meestal bij determinatie uit te sluiten, omdat deze vooral voorkomt in Noord- en Midden-Europa. Sinds enkele decennia komt de vale spotvogel ook in Hongarije voor. In de winter trekt hij naar de Afrikaanse savanne ten noorden van de evenaar in Midden- en Oost-Afrika.
De soort telt 5 ondersoorten:
- I. p. elaeica: van zuidoostelijk Europa via het Midden-Oosten tot Kazachstan en Iran.
- I. p. reiseri: van zuidoostelijk Marokko en Mauritanië tot Libië.
- I. p. pallida: Egypte.
- I. p. alulensis: noordelijk Somalië.
- I. p. laeneni: van Niger tot centraal Soedan.
Status
[bewerken | brontekst bewerken]De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat de westelijke vale spotvogel als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]