Naar inhoud springen

Oorlog

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De oorlog door Henri Rousseau, 1894
De dulle griet door Pieter Bruegel de Oude, 1563
De terugtocht uit Moskou na de Veldtocht van Napoleon naar Rusland.
Paratroepen landen tijdens Operatie Market Garden (september 1944)

Oorlog is een gewapende strijd tussen minstens twee partijen, volkeren of staten. Als etnische of religieuze groepen binnen dezelfde staat met elkaar een gewapende strijd voeren spreekt men van een burgeroorlog. Men spreekt van een wereldoorlog als een meerderheid van de grootste en sterkste landen over de hele wereld bij de oorlog betrokken is.

Oorlogen tussen staten onderling kwamen tot en met de 20e eeuw geregeld voor. De eerste helft van de 20e eeuw stond bovendien in het teken van twee grote wereldoorlogen, de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. In de 21e eeuw zijn dit soort oorlogen tot nu toe wat zeldzamer geworden.

Vergelijking van de percentages sterfgevallen onder mannen veroorzaakt door oorlogvoering in acht verschillende tribale samenlevingen met onderaan de mannelijke slachtoffers in Europa en de VS in de hele 20e eeuw. Het aandeel oorlogsslachtoffers was vele malen hoger in tribale samenlevingen.[1]

Tegenover oorlog staat vrede, een toestand waarin volkeren en naties elkaars bestaan respecteren of zelfs waarderen. Tussen oorlog en vrede zijn allerlei tussenvormen denkbaar, zoals de Koude Oorlog of de wapenstilstand.

Vanaf het begin is oorlog voeren al onderworpen geweest aan wetten en reglementen, al zijn die in de loop der tijd wel veranderd. Er is met name veel nagedacht over de rechtvaardiging van een oorlog. Sinds 1945 is volgens het internationaal recht het zonder meer voeren van een oorlog geen gerechtvaardigd middel meer voor het oplossen van conflicten. Pas als alle diplomatieke middelen zijn uitgeput, kan worden besloten tot de inzet van gewapende middelen.

Alle internationale wetgeving ten spijt, worden tegenwoordig sommige conflicten nog steeds met wapens beslecht, zonder dat alle diplomatieke middelen uitputtend zijn benut.

Om de confronterende term 'oorlog' te omzeilen worden ook wel eufemismen als 'gewapend conflict' of 'speciale militaire operatie' gebruikt.

De definitie van oorlog is niet vastgelegd. In 1960 stelde Lewis Fry Richardson[2] dat 1 dode een moord is en 1000 doden een gewapend conflict (oorlog op de klassieke manier van slagvelden is verboden door het internationaal recht en de term refereert hieraan). Singer & Small (1972)[3] en Deutsch & Senghaas (1973)[4] stelden voor om het over "oorlog" te hebben als het fenomeen voldeed aan de volgende drie criteria:

  1. Grootte: het resulteert in minstens 1000 doden op het slagveld (niet meegeteld de indirecte slachtoffers door hongersnood, gebrek aan onderdak en ziekten).
  2. Voorbereiding: het is van tevoren voorbereid en/of wordt onderhouden door grootschalige sociale organisaties door middelen als rekrutering, training en opstelling van troepen; de aanschaf, opslag en distributie van wapens en munitie.
  3. Legitimatie: het wordt gewettigd door een opgezette regeringsorganisatie, zodat de moord op grote schaal niet als misdaad maar als plicht wordt gezien.

Daarnaast definieerde Eckhardt (1989 en 1992)[5][6] oorlog als "elk gewapend conflict waarbij een of meer overheden betrokken zijn en dat 1000 of meer slachtoffers per jaar kost". Volgens Frankel (1977) leek oorlog in het algemeen alleen de grote conflicten in te houden, "gewoonlijk tellen de conflicten waarin minder dan 50.000 strijdkrachten meedoen niet mee".[7]

Alle genoemden waren het erover eens dat de telling van de doden zowel burgers als militaire slachtoffers inhoudt, maar Frankel telde ook de doden die indirect vielen ten gevolge van hongersnood of epidemieën en ziekten, en ook de oorlogsgerelateerde slachtingen.

Stammenoorlog versus moderne oorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

In de prehistorie bestonden er al kleinschalige schermutselingen. De helft van de mensen die werden opgegraven in een Nubische begraafplaats van de Qadancultuur dat kon worden gedateerd op ongeveer 12.000 jaar geleden, was overleden aan geweld. Lawrence H. Keeley, professor aan de Universiteit van Illinois, zegt dat 90-95% van de samenlevingen die in de loop van de geschiedenis zijn bestudeerd, ten minste af en toe op oorlogspad gingen. Gemiddeld meer dan een derde van de Yanomamömannen uit het Amazonebekken overleed als gevolg van oorlogshandelingen. In sommige samenlevingen leefde men voortdurend in een sfeer van oorlogvoering. Zo waren er 633 gedocumenteerde gevechten tussen Maoristammen in de periode 1801 en 1840.[1][8]

Ondanks de onmiskenbare bloedbaden en de dodelijke effectiviteit van de moderne oorlogvoering blijkt uit dit soort onderzoek dat stammenoorlogen (percentueel) gemiddeld 20 keer dodelijker zijn dan de oorlogen van de 20e eeuw.

Soorten van oorlog voeren

[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn een aantal manieren om oorlogvoering te categoriseren. Eén categorisering is conventioneel tegenover onconventioneel, waarbij conventionele oorlogvoering goed geïdentificeerde en bewapende krachten impliceert die elkaar bevechten op een vrij open en ongecompliceerde manier zonder massavernietigingswapens. Onconventioneel verwijst naar andere soorten oorlog die elementen als guerrilla en terrorisme kunnen omvatten. Deze categorie omvat tevens chemische of biologische oorlogvoering.

Elk van deze categorieën vallen gewoonlijk in een van twee bredere categorieën: hoge intensiteits- en lage intensiteits-oorlogvoering. De hoge intensiteits-oorlogvoering is tussen twee grootmachten of grote landen die voor politieke redenen vechten. De lage intensiteitsoorlogvoering impliceert guerrillaoorlogvoering en gespecialiseerde soorten troepen die om revolutie vechten.

Oorlog en het internationaal recht

[bewerken | brontekst bewerken]

Het voeren van een oorlog is volgens het internationaal recht in beginsel onrechtmatig.[9] Ook het dreigen met geweld valt onder dit artikel. De landen zijn allemaal soeverein en gelijk en het zou een inbreuk maken op de soevereiniteit van een land als er gedreigd wordt met oorlog of als er oorlog gevoerd wordt. Slechts in twee gevallen is het gerechtvaardigd om een oorlog te voeren en deze twee gevallen staan ook in het VN-Handvest.

Mandaat van de VN-Veiligheidsraad

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste mogelijkheid om een gerechtvaardigde oorlog te beginnen is als er een mandaat van de VN-Veiligheidsraad is op grond van artikel 39 van het VN-Handvest.[10] De Veiligheidsraad stelt vast of er sprake is van een bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede of een daad van agressie en kan aanbevelingen doen of maatregelen treffen. Allereerst zal er een oplossing gezocht moeten worden tussen de partijen. De middelen die de partijen ter beschikking hebben zijn de onderhandelingen, feitenonderzoek, bemiddeling, conciliatie, arbitrage, goede diensten van derde landen en rechterlijke beslissingen (bij een vast tribunaal of een ad-hoctribunaal). Mochten deze middelen geen oplossing bieden dan kan de Veiligheidsraad maatregelen nemen, met of zonder geweld. In de praktijk delegeert de Veiligheidsraad de bevoegdheid om tot geweld over te gaan aan één of meer landen. De Verenigde Staten hebben als rijk en machtig land een aantal keer van deze bevoegdheid gebruik kunnen maken.

Zelfverdediging

[bewerken | brontekst bewerken]

De andere mogelijkheid om een gerechtvaardigde oorlog te beginnen is als er sprake is van zelfverdediging.[11] Dit kan zowel individuele zelfverdediging zijn als collectieve zelfverdediging.[12] Zelfverdediging is ook mogelijk als de ambassade van een staat in een ander staat aangevallen is (vgl. de Iraanse gijzelingscrisis).

Er zijn een zestal voorwaarden om rechtmatig gebruik te maken van zelfverdediging:

  1. Er moet een gewapende aanval op de staat hebben plaatsgevonden.
  2. Deze gewapende aanval moet toerekenbaar zijn aan een andere staat en niet aan bijvoorbeeld een rebellengroep.
  3. De zelfverdedigingsactie moet direct na een aanval plaatsvinden. Er kan dus geen periode van een aantal maanden tussen een eerste aanval zitten en een zelfverdedigingsactie die verband houdt met de eerste aanval. Als er niet direct adequaat gereageerd wordt, vervalt het recht op zelfverdediging.
  4. De zelfverdediging moet noodzakelijk en proportioneel zijn ten opzichte van de aanval.
  5. De actie van zelfverdediging moet gemeld worden bij de VN-Veiligheidsraad
  6. Deze zelfverdediging moet worden beëindigd op het moment dat de VN-Veiligheidsraad de maatregelen heeft genomen die noodzakelijk zijn om de internationale vrede en veiligheid te garanderen.

Volgens het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal betekende het eerste deel van oorlog oorspronkelijk "verbreken van een overeenkomst" en betekende het tweede deel "noodlot". In het Oudnoords kende men het begrip Ørlög, dat eveneens "noodlot" betekent.

Eveneens wordt log verbonden met het Scandinavische lag dat "vastliggend" betekende, waaruit de betekenis "orde" voortkwam. Oorlog is dus de ontbinding van de orde. Dit is terug te vinden in het woord war dat in het Engels "oorlog" en in het Nederlands "verwarring" betekent en door beide talen van het Frankische woord werra is overgenomen. In het Frans is het woord verbasterd tot guerre,[13] in verschillende andere Romaanse talen tot guerra.

Guernica, Pablo Picasso, na het bombardement van Guernica door de fascisten onder leiding van Francisco Franco, om de Republikeinse weerstand te breken.

Het huidige bewustzijn van de waanzin van de oorlog, staat in tegenstelling tot de eeuwenoude beschouwing dat oorlog een normaal politiek instrument was. Eeuwenlang werd oorlog voorgesteld als onvermijdelijk en noodzakelijk, waarbij de overwinning gegarandeerd is, niet zozeer door militair overwicht maar door de rechtvaardigheid en Gods steun.[14] Diverse kunstwerken illustreren de normaliteit:

  • Peter Paul Rubens: De verschrikkingen van de oorlog, 1637
  • Stefano della Bella: Triomf van de Dood op het slagveld, 17e eeuw
  • Henri Rousseau (le Douanier): De oorlog, 1894

De idee van de waanzinnige oorlog verspreidde zich in de moderne tijd. Zo belicht Goya in de 19e eeuw het standpunt van de slachtoffers en de overwonnenen, Picasso en Marc Chagall doen iets gelijkaardigs, respectievelijk met hun Guernica (1937) en De oorlog (1945).

Zie Polemologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Polemologie is de wetenschap die beoogt de oorzaken van oorlogen te onderzoeken, en daarmee een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van duurzame vrede. Een hele reeks Nederlandse en internationale organisaties voert onderzoek in dit verband.