ORP Piorun
ORP Piorun
| ||||
---|---|---|---|---|
ORP Piorun terug in het Verenigd Koninkrijk na een succesvolle missie tegen de Bismarck.
| ||||
Overzicht | ||||
Naamsein | G65 | |||
Geschiedenis | ||||
Kiellegging | 15 april 1939[1] | |||
Tewaterlating | 7 mei 1940[1] | |||
In dienst gesteld | Polen 4 november 1940[1] Verenigd Koninkrijk 26 oktober 1946 | |||
Uit dienst gesteld | Polen 26 oktober 1946[1] Verenigd Koninkrijk december 1955[1] | |||
Algemene kenmerken | ||||
Waterverplaatsing | 1.690 ton[2] | |||
Afmetingen | 108.7 x 10.9 x 3.8 meter[2] | |||
Bemanning | 183 koppen[2] | |||
Techniek en uitrusting | ||||
Machinevermogen | 40.000 pk[2] | |||
Snelheid | 36 knopen[2] | |||
Bewapening | 3 x 2 11,9 cm kanon[2] 1 x 4 40 mm pom pom[2] 4 x 20 mm mitrailleur[2] 5 x 53,3 cm torpedobuis[2] | |||
|
ORP Piorun (Nederlands: Bliksemschicht) was een Poolse torpedobootjager van de N-klasse. Het schip is gebouwd door de Britse scheepswerf John Brown Shipbuilding & Engineering Company uit het Schotse Clydebank als Nerissa voor de Britse marine. Vanwege het verlies van de Poolse torpedobootjager Grom werd de Nerissa aan de Poolse marine overgedragen.[1]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog begeleidde de Piorun veel Atlantische konvooien, vaak met samen met de Poolse torpedobootjager Garland. Tijdens de jacht op de Bismarck was de Piorun een van de zeven torpedobootjagers die daar bij betrokken waren. Daarna werd het schip overgeplaatst naar de Middellandse Zee, waar het onder meer deelnam aan operatie Halberd en operatie Husky.[1]
Na de overgave van Duitsland nam de Piorun deel aan operatie Deadlight, het tot zinken brengen van de veroverde Duitse onderzeeboten. De Piorun was betrokken bij het tot zinken brengen van de U-2329, U-2334, U-2335, U-2337, U-2350 en U-2363.[1]
In 26 oktober 1946 keerde het schip terug naar de Britse marine als Noble om in december 1955 gesloopt te worden.[1]