Naar inhoud springen

NS 3700

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
NS 3700
Locomotief 3737, in 1958 als laatste door de Nederlandse Spoorwegen buiten dienst gestelde stoomlocomotief, is een der topstukken in de collectie van het Nederlands Spoorwegmuseum.
Locomotief 3737, in 1958 als laatste door de Nederlandse Spoorwegen buiten dienst gestelde stoomlocomotief, is een der topstukken in de collectie van het Nederlands Spoorwegmuseum.
Aantal 120
Nummering SS: 685-778, 785-799
NS: 3701-3820
Fabrikant Beyer, Peacock and Company, Werkspoor, Henschel & Sohn, Hanomag, Schwartzkopff
In dienst 1910-1928
Uit dienst 1958
Asindeling 2'C (UIC-notatie), 4-6-0 (Whyte-notatie)
Spoorwijdte 1435 mm
Massa locomotief 72 ton
Massa tender 43 ton
Diameter drijfwielen 1850 mm
Diameter loopwielen 3701-3815: 915 mm
3816-3820: 930 mm
Diameter tenderwielen 3701-3815: 1220 mm
3816-3820: 1100 mm
Lengte over buffers 3701-3720: 19.450 mm
3721-3784: 18.480 mm
3785-3790: 18.580 mm
3791-3815: 18.480 mm
3816-3820: 19.700 mm
Hoogte 3701-3815: 4520 mm
3816-3820: 4530 mm
Maximumsnelheid 110 km/u
Vuurkist 15,44 m2
Vlampijpen 144,89 m2
Oververhitter 41 m2
Roosteroppervlak 2,84 m2
Maximum stoomspanning 12 kg/cm2
Aantal cilinders 4
Diameter × slaglengte cilinders 3701-3815: 400 x 660 mm
3816-3820: 420 x 660 mm
Stoomverdeling Walschaerts
Waterinhoud 18 m3
Brandstofvoorraad 6 ton kolen
Vermogen ± 1350 PKi
Trekkracht 3701-3815: 9590 kg
3816-3820: 10.570 kg
Soortmerk PO3
Bijnamen Jumbo
Potvis (gestroomlijnde locomotieven)
Aantal bewaarde exemplaren 1
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer
De fabrieksnieuwe stoomlocomotief NS 3785 (1921)
Stoomlocomotief nr 713 van de Staatsspoorwegen, later NS 3713.
Stoomloc NS 3816; circa 1930. Collectie van het Utrechts Archief.
Stoomloc NS 3804 met stroomlijnbekleding (bijnaam 'Potvis'); circa 1936. Collectie van het Utrechts Archief.

De serie NS 3700 bestond uit 120 sneltreinstoomlocomotieven met de asindeling 2'C van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en de voorganger daarvan, de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS).

Nadat de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) in 1908 als eerste spoorwegmaatschappij in Nederland sneltreinlocomotieven met de asindeling 2'C in dienst stelde (NBDS 30-35, latere NS 3500) en er goede resultaten mee boekte, vroeg de SS om een van deze locomotieven te mogen testen op het baanvak Amsterdam - Emmerik. Deze proef verliep gunstig, waarop de SS ook tot aanschaf van 2'C sneltreinlocomotieven over ging. In tegenstelling tot de locomotieven van de NBDS welke van twee cilinders waren voorzien, bestelde de SS locomotieven met vier cilinders.

De locomotieven werden door de SS, naar Brits voorbeeld, ontworpen voor het trekken van de steeds zwaarder wordende personen- en sneltreinen. Deze machines hadden ten opzichte van de SS serie 801 - 935 (NS 1701 - 1835) tweemaal zoveel vermogen, en kregen daarom de bijnaam "Jumbo". Deze serie is jarenlang de belangrijkste geweest voor het trekken van sneltreinen in Nederland. Alleen aan hun sterkere broers van de serie 3900 zouden ze na 1929 de zwaarste sneltreinen moeten afstaan. Toen men op het middennet problemen had met de nieuwe dieseldrie-treinstellen die voor snelle verbindingen moesten zorgen tussen de grote steden, waren het 3700-en die hen moesten vervangen. Met deze zogenaamde stoomdiesels werden snelheden bereikt van meer dan 120 km/uur.

Voor het meenemen van de benodigde kolen- en watervoorraad reden de locomotieven van deze serie met een drie- of vierassige tender. Een versie als tenderlocomotief ("Tenderjumbo's") met de asindeling 2'C2' verscheen in 1929 als de serie NS 6101 - 6110. Deze tien machines (elk vijf stuks van Hohenzollern en Werkspoor) kwamen overeen met de laatste levering 3700-en (genummerd 3816 - 3820) van 1928. Eerder werd al een lichtere tenderversie gebouwd door Beyer, Peacock en Co. met slechts twee binnenliggende cilinders en een iets kleinere ketel, de serie NS 6000.

De eerste 109 locomotieven uit deze serie werden in de jaren 1910 tot 1920 geleverd aan de SS en genummerd 685 - 778 en 785 - 799. De fabrikanten waren Beyer, Peacock and Company (36 stuks), Werkspoor (48 stuks), Hanomag (10 stuks) en Henschel & Sohn (15 stuks). Na de samenvoeging van het materieelpark van de SS en de HSM in 1921 werden in datzelfde jaar nog zes machines geleverd door Werkspoor. De serie kreeg toen de NS nummers 3701-3815. In 1928 kwam er nog een nabestelling van vijf enigszins afwijkende locomotieven van Schwartzkopff bij. De gehele nummerserie werd toen 3701-3820.

SS nummers NS nummers Aflevering Fabrikant Fabrieksnummer Bijzonderheden
701-706 3701-3706 1910 Beyer, Peacock & Co. 5370-5375
707-718 3707-3718 1911 Beyer, Peacock & Co. 5451-5462
731-742 3737-3748 1911 Werkspoor NS 3737 bewaard door Het Spoorwegmuseum.
743-750 3749-3756 1912 Werkspoor
719-730 3719-3730 1913 Beyer, Peacock & Co. 5640-5651
695-700 3731-3736 1913 Beyer, Peacock & Co. 5721-5726
751-760 3757-3766 1913/1914 Werkspoor
761-766 3767-3772 1915 Werkspoor
767-778 3773-3784 1918/1919 Werkspoor
785-799 3791-3805 1920 Henschel & Sohn 17744-17758
685-694 3806-3815 1920 Hanomag 9343-9352
(779-784) 3785-3790 1921 Werkspoor Nog door SS besteld, maar met NS nummers in dienst gesteld
3816-3820 1928 Schwartzkopff 9336-9340 Door NS besteld en met NS nummers in dienst gesteld

Museumlocomotief 3737

[bewerken | brontekst bewerken]
NS-nummerplaat

Locomotief 3737, de oorspronkelijke SS 731, in 1911 gebouwd door Werkspoor, maakte op 28 augustus 1911 zijn eerste proefrit tussen Amsterdam en Utrecht. Op 11 september 1911 werd ze officieel in dienst gesteld. Locomotief 3737 (van depot Roosendaal) reed op 7 januari 1958 de laatste officiële NS-stoomtrein van Geldermalsen naar station Utrecht Maliebaan, waar toen al het Nederlands Spoorwegmuseum gevestigd was. De locomotief 3737 is vervolgens opgenomen in de collectie van het museum.[1]

In de jaren zeventig werd de NS 3737 opnieuw rijvaardig gemaakt om te worden ingezet voor bijzondere ritten. In de seizoenen 1974 en '75 werd de locomotief verhuurd aan de Stichting Stoomtrein Tilburg-Turnhout (SSTT), die op een gedeelte van de Spoorlijn Tilburg - Turnhout een toeristische treindienst exploiteerde. Bij de jubileumviering van 150 jaar Spoorwegen in Nederland in 1989 speelde de 3737 een belangrijke rol. Ook in de jaren daarna is de locomotief, met als thuisbasis het Spoorwegmuseum, af en toe op het spoorwegnet actief geweest. In 1996 kreeg zij een geheel nieuwe ketel met een nieuwe vuurkist. Het was de bedoeling om de loc op regelmatige basis in te zetten, maar zij raakte al na een paar ritten defect. Toen in 2008 dienstvaardig herstel nodig was, maakte het Spoorwegmuseum bekend een deel van een ontvangen subsidie van de BankGiro Loterij hiervoor te willen gebruiken, maar eind 2008 bleek het bedrag niet toereikend te zijn.

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie NS 3700 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.