Kutzwager
Uiterlijk
Kutzwager is een term waarmee mannen kunnen worden aangeduid die ooit met dezelfde vrouw seks hebben gehad.
Vaak wordt gedacht dat het woord bedacht zou zijn door Wim T. Schippers, die in 1984 voor de toentertijd in Amsterdam gevestigde Toneelgroep Centrum het toneelstuk Kutzwagers schreef.[1] Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt echter als eerste vindplaats een artikel uit 1975 in Vrij Nederland, waaruit valt af te leiden dat het woord toen al geruime tijd in gebruik was.[2] Een andere vindplaats is het boek "Vrijdag" (1964) en later toneelstuk (1969) en film (1980) van de Vlaamse schrijver en regisseur Hugo Claus, waarin het woord dus al eerder in voorkwam.[bron?]
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ „Ken je die term niet?" informeert hij verbaasd. „Ik ben jouw kutzwager als we allebei met hetzelfde meisje naar bed zijn geweest.” Taalvernieuwer Wim T. Schippers: „Elk 'uhtje' op de juiste plaats”, Leeuwarder Courant, 23 maart 1984.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche Taal, 1909 (aanvulling 2007): "Dat nu heb je ook met mannen die, vóór je of ná je, met het meisje vreeën waarmee je dat zelf ook deed. De volksmond heeft voor zulk een verwantschap een platte benaming …. Een kutzwager heet zo iemand. Ik wil dit begrip enigszins uitbreiden en noem ook de kutzwager van de kutzwager een kutzwager", Vrij Nederland, 19 april 1975, p. 5a.