Naar inhoud springen

Kuilbrikgronden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kuilbrikgrond
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Orde Brikgronden
Suborde Hydrobrikgronden
Groep Hydrobrikgronden
Subgroep Kuilbrikgronden
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Kuilbrikgronden is een bodemtype binnen het Nederlandse systeem van bodemclassificatie en behoort tot de hydrobrikgronden. De gronden van deze subgroep komen overwegend voor in laat-pleistocene oude rivierklei-afzettingen en in veel mindere mate ook in de löss. Kuilbrikgronden zijn op een vergelijkbare wijze gevormd zijn als beemdbrikgronden.

Het verschil tussen een kuilbrikgrond en een beemdbrikgrond vindt men in de bovengrond. Bij een kuilbrikgrond heeft de A-horizont en zwaardere textuur en bestaat ze uit klei of zavel. Ook kunnen er diffuse roestvlekken in de E-horizont voorkomen. Dit laatste duidt op een regelmatig voorkomende hoge grondwaterspiegel. Kuilbrikgronden zijn tot grote diepte grijs met veel en duidelijke roestvlekken in de briklaag (B-horizont). De ondergrond bestaat uit gereduceerd zand of slecht doorlatend kleiig materiaal.

In het Zuid-Limburgse lössgebied worden kuilbrikgronden gevonden op een slecht doorlatende ondergrond, waardoor pseudogley verschijnselen optreden (zie ook stagnosol).

Bodemprofiel van een kuilbrikgrond
Schematische profielbeschrijving van een Kuilbrikgrond
Horizont Diepte Omschrijving
O 4–0 cm viltige strooisellaag; zeer donkerbruin, gedeeltelijk gemineraliseerd materiaal met veel onverteerde vegetatieresten

(berk, beuk, varens); scherpe overgang naar Ahg horizont

Ahg 0–6 cm zeer donker grijsbruine zeer humeuze zandige leem met zeer veel plantenwortels; geleidelijke overgang naar Eg
Eg 6–38 cm lichtgrijze humusarme zandige leem met kleine lichtoranje roestvlekken; vrij veel wortels; onregelmatige, zeer geleidelijke overgang naar Btg
Btg 38–81 cm sterk gevlekte zandige leem met hoger lutumgehalte dan bovenliggende horizont (klei-inspoeling); geelbruine tot oranjegele roestkleuren; met brede verticale lichtgrijze banen met een lichtere textuur
BCg 81–90 cm overgangslaag naar ondergrond met sterke bijmenging van grof zand; met duidelijke klei-inspoeling
C > 90 cm grindrijk, grof rivierzand