Naar inhoud springen

Kleine flamingo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kleine flamingo
IUCN-status: Gevoelig[1] (2018)
Kleine flamingo
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Phoenicopteriformes (Flamingo's)
Familie:Phoenicopteridae (Flamingo's)
Geslacht:Phoeniconaias
Soort
Phoeniconaias minor
(Geoffroy Saint-Hilaire, É, 1798)
Originele combinatie
Phoenicopterus minor
Verspreidingsgebied
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kleine flamingo op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De kleine flamingo (Phoeniconaias minor) is een vogel uit de familie Phoenicopteridae.

Het verenkleed is wit met een roze zweem en is bij beide geslachten gelijk. De vleugelpunten zijn zwart. De lichaamslengte bedraagt 100 cm en het gewicht tot 2 kg.

Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit microscopisch kleine blauwwieren, kiezelalgen en het pekelkreeftje die talrijk voorkomen in sodameren in Oost-Afrika. Ze foerageren vooral ’s nachts in rustige, ondiepe wateren.

Sommige kolonies bevatten wel een miljoen broedparen. De baltsrituelen worden vaak door honderden vogels tegelijk, in harmonisch samenspel opgevoerd.

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort komt voor in West-, Midden- en zuidelijk Afrika en in in het westen van het Indisch subcontinent. De vogel is aangepast aan veranderingen in zijn leefgebied en verplaatst zich daarom met gemak over grote afstanden, zelfs tussen Afrika en India en Pakistan.[1]

De wereldpopulatie is in 2006 gekwantificeerd en het geschatte totale aantal ligt tussen de 2,2 en 3,2 miljoen flamingo's. Sommige populaties zijn onderhevig aan betrekkelijk grote aantalsreducties als gevolg van aanleg van dammen, waterverontreiniging, landaanwinning, de introductie van andere soorten pekelkreeftjes en verstoring. Daarom staat deze vogel als gevoelig op de Rode Lijst van de IUCN. De voorgenomen grootschalige winning van soda in het Natronmeer in Tanzania, waar zich een van de grootste broedkolonies bevindt, gaat mogelijk niet door.[1]