Kleigreppelmos
Kleigreppelmos | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Dicranella varia (Hedw.) Schimp. (1856) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Kleigreppelmos op Wikispecies | |||||||||||||
|
Kleigreppelmos (Dicranella varia) is een soort uit het geslacht Dicranella
Determinatie
[bewerken | brontekst bewerken]Het bladmos vormt tot 2 cm hoge, groenachtig tot roodbruin gekleurde gazons, die min of meer dicht kunnen zijn. De bladeren van natte plantjes zijn nat rechtopstaand. Die van droge plantjes zijn licht gebogen. De lineaire, lancetvormige, eenzijdige bladeren hebben geen omhulde basis. Ze zijn gelijkmatig versmald. De randen van het vel lijken naar achteren gevouwen. De bladtop is vaak zwak getand en de bladnerf komt er kort uit. Alle bladvleugelcellen zijn onduidelijk gedifferentieerd. De tweehuizige soort vormt een karakteristiek roodgekleurde seta, die een hellende tot gebogen capsule draagt. Sporogonvorming vindt plaats in de herfst en lente.
Ecologie
[bewerken | brontekst bewerken]Het mos leeft op lichte, open aarde, min of meer vochtige en kalkrijke standplaatsen. Het komt voor langs de randen van paden, sloten en plassen, in klei- en veenputten.
Syntaxonomie
[bewerken | brontekst bewerken]Kleigreppelmos staat te boek als kensoort van de haar vernoemde kleigreppelmos-associatie (Dicranelletum variae).
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]Het is inheems in Eurazië en Zuid-Amerika. Het komt ook voor in Noord-Afrika, Azië en Noord- en Midden-Amerika.
Fotogalerij
[bewerken | brontekst bewerken]-
Plant
-
Stengelbladeren
-
Blad
-
Sporenkapsels
-
Peristoom met tanden
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Verspreiding in Nederland volgens NDFF Verspreidingsatlas
- Kaarten met waarnemingen: