Naar inhoud springen

Jo Otten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jo Otten
Otten in Brugge (1935)
Otten in Brugge (1935)
Algemene informatie
Volledige naam Johannes Franciscus Otten
Geboren 4 mei 1901
Geboorte­plaats Rotterdam[1]
Overleden 10 mei 1940
Overlijdensplaats Den Haag[2]
Land Nederland
Beroep auteur
Werk
Jaren actief 1928-1940
Bekende werken Bed en Wereld (1932)
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Johannes Franciscus (Jo) Otten (Rotterdam, 4 mei 1901 - Den Haag, 10 mei 1940) was een Nederlandse schrijver.

Jo Otten was de oudste zoon van de Rotterdamse stadsarchitect A.P.B. (Albert) Otten (1875-1935). Na de HBS en het staatsexamen gymnasium alfa studeerde Otten vanaf 1919 economie aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool aan de Rotterdamse Pieter de Hooghweg. In de Rotterdamsche Studenten Almanak verschenen zijn eerste pennenvruchten, die getuigen van een pessimistische levensvisie. In het Rotterdamsch Studentenblad mengde Otten zich in kwesties die hem al snel de status van polemist en provocateur bezorgden.

Na afloop van zijn studententijd riep Otten het onheil over zich af door in een artikel uit te halen naar het volgens hem geringe geestelijke niveau van de Rotterdamse studentenwereld, die hij vergeleek met een 'moddersloot, waaruit op zeer ver uit elkaar gelegen tijdstippen zoo nu en dan niet onaardig gekleurde blaasjes opborrelen.' Intussen had hij zich met enkele publicaties een bescheiden positie weten te verwerven in uiteenlopende tijdschriften als De Stem, De Vrije Bladen en Haagsch Maandblad. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant liet hij van zich horen met filmportretten en boekbesprekingen.

Op 21 juni 1928 promoveerde Otten op de studie Het Fascisme, die hij naar zijn zeggen geschreven had tot beter - staatkundig - begrip van Mussolini. De publicatie van dit proefschrift trok in fascistische kringen vanzelfsprekend de nodige aandacht. Na een protestactie in het Rotterdamse Luxor Palast, tijdens de vertoning van de Duitse U-bootfilm Morgenrot (1933), werd Otten door ultrarechts geïntimideerd. Zijn actie had tevens tot gevolg dat hij door het - Rotterdamse - bestuur van De Nederlandsche Filmliga uit zijn functie van secretaris ontheven werd.

Eind jaren twintig raakte Otten in nauw contact met de dokterszoon Menno ter Braak. Ter Braak zag echter weinig in Ottens publicaties, wat een scheiding der geesten tussen hem en Otten tot gevolg had. In tegenstelling tot de cerebrale Ter Braak verwierp Otten de dominantie van het intellect. In zijn werk zocht hij naar een geschikte balans tussen gevoel en verstand, tussen verbeelding en werkelijkheid. Volgens hem was de realiteit niet alleen verstandelijk te doorgronden. Intellectueel geconstrueerd proza keurde hij om die reden af. Over Ter Braak zou hij later opmerken dat hij het leven 'aan flarden had gedacht'.

Otten bezag de mens vanuit een sterk dynamisch oogpunt: opstandigheid, actie en avontuur beheersen een modernistisch essay als Mobiliteit en Revolutie (1932). Beweging is ook het grondthema van de novelle Bed en Wereld (1932), een emotionele monoloog die door zijn openhartigheid veel pennen in beweging bracht.

Na Rotterdam vertrok Otten via Voorburg naar Den Haag, waar hij zich tegen het einde van zijn leven zou zetten aan de studie Machiavelli. Sleutel van onzen tijd. Op 10 mei 1940, een halfjaar voor de publicatie van dit boek (waarvan verschillende drukken zouden verschijnen), werd Otten in het centrum van Den Haag dodelijk getroffen door een Duitse bom.

Zie ook Rob Groenewegen: 'Jo Otten 'De avonturen van Jammerpoes': Tintamarren, Knorbelijnen en Denkmuizen' in De Boekenpost, jg. 14 nr. 81, 2006.
  • Jo Otten: De neger die wit wilde zijn. Bussum, F.G. Kroonder, 1947. Verhalen. 116 p.
  • Jo Otten: Kasteel Saint-Luce. Bussum, F.G. Kroonder, 1947. 216 p.
  • Hans Jacobs: Jo Otten. Zijn wereldbeeld en de ontvangst van zijn literaire werk. Utrecht, eigen beheer, 1987. Scriptie. 88 p.
  • Jo Otten: Grijsaard Casanova en nog een verhaal. Doorwerth, Reigersberch, 1992. 28 p. Het tweede verhaal heet 'Zilvervossen'. Gedrukt in 59 genummerde exemplaren.
  • Jo Otten: Bed en wereld. Ingeleid door Rob Groenewegen. Haarlem, In de Knipscheer, 2008. 128 p. Herdruk van de 1e uitgave bij Van Loghum Slaterus, 1932. 128 p.
  • Rob Groenewegen: Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901-1940. Haarlem, In de Knipscheer, 2011. Met bibliografie en register. 814 p. Ook verschenen als proefschrift van de Universiteit Leiden (2011). Digitale versie
  • Niccolò Machiavelli: De vorst (Il Principe). Vertaald door Dr. J.F. Otten. En voorafgegaan door de eerste integrale editie van zijn Machiavelli, sleutel van onze tijd [titel op omslag]. Verzameld werk deel 1. Haarlem, In de Knipscheer, 2011. 278 p. De ideale heerser door de ogen van de renaissancegeleerde, vertaald en toegelicht door Otten en bezorgd door Rob Groenewegen. Gewijzigde herdruk van Machiavelli, sleutel van onze tijd, uitgegeven bij Boucher, 1940.
  • Jo Otten: Kritisch en verhalend proza. Verzameld werk deel 2. Haarlem, In de Knipscheer, 2013.
  1. Gemeinsame Normdatei; geraadpleegd op: 22 december 2014.
  2. Gemeinsame Normdatei; geraadpleegd op: 31 december 2014.