Naar inhoud springen

Jan II van Blois

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jan II van Blois
-1381
Jan II van Blois
Graaf van Blois
Periode 1372-1381
Voorganger Lodewijk II
Opvolger Gwijde II
Graaf van Dunois
Periode 1372-1381
Voorganger Lodewijk II
Opvolger Gwijde II
Vader Lodewijk I van Blois
Moeder Johanna van Henegouwen-Soissons

Jan II van Blois (?, ca. 1342 - Schoonhoven, 19/05/1381) was graaf van Blois en Dunois (1371-1381), heer van Avesnes, Schoonhoven, Gouda, Beaumont, Chimay, Waarde o.a (1356-1381) en stadhouder van Holland en Zeeland (1359-1360/1362-1363), in afwezigheid van Albrecht van Beieren.

Hij was de tweede zoon van Lodewijk I van Blois en Johanna van Henegouwen-Soissons. In 1356 erfde hij ten gevolge van het testament van zijn grootvader Jan van Beaumont diens uitgestrekte bezittingen in Holland en Zeeland. Deze bezittingen vormden vrijwel een staat binnen de staat. Een deel zou later bekendstaan als het land van Blois. Tot in 1366 was Blois een vertrouweling van Albrecht van Beieren in zijn hofraad in Holland en bekleedde diverse functies voor hem, waaronder tresoir en stadhouder, maar na een ambassadebezoek in Parijs brokkelde de verwantschap af. Van Blois nam tweemaal deel aan de kruistochten in Pruisen tegen de heidense Litouwers (1362-63/1368-69).[1]

Gelderse troonstrijd

[bewerken | brontekst bewerken]

In het najaar van 1366 steunde Blois Wenceslas van Brabant tegen Eduard van Gelre over een grensgeschil, deze eerste schreden in Gelre zouden in 1371 vervolgd worden nadat Reinoud III van Gelre dat jaar zonder opvolger overleed. De Gelderse hertogtitel was vacant geraakt en er ontstond een strijd tussen de zusters van Reinoud, Mechteld van Gelre en Maria van Gelre (deze namens haar zoon Willem van Gulik). Haastig huwde Blois met Mechteld van Gelre, dochter van Reinald II van Gelre, op 14 februari 1372 om ook kans te maken op de hertogstitel. De ontstane oorlog was geldverslindend, maar datzelfde jaar volgde hij zijn kinderloze oudere broer Lodewijk op als graaf van Blois en van Dunois. Hiermee kon hij zijn Gelrese titelstrijd voortzetten tegen de graven van Gulik. Deze strijd eindigde in 1377 toen Willem III van Gulik huwde met Catharina van Beieren, dochter van de Hollandse graaf Albrecht. De oorlog werd beëindigd en Blois werd vergoed met bezittingen in Zutphen. Hij werd na zijn dood in 1381 opgevolgd door zijn broer Guy.

Jan overleed op zijn kasteel in Schoonhoven en werd daarna begraven in Valencijn, zonder wettelijk nageslacht. Wel melden bronnen dat Jan twee onwettige zonen had: Guy en Jan. De tweede van hen, Jan, ontving van zijn vader de heerlijkheid Treslong in Henegouwen en nam de naam Bloys van Treslong aan. Deze Jan trok in 1396 met hertog Albrecht van Beieren ten strijde tegen de Friezen en was in 1434 raad te ‘s-Gravenhage.[2]

Kwartierstaat (voorouders)

[bewerken | brontekst bewerken]

Hugo II van Blois
(ca. 1258-1307)

Beatrix van Dampierre
(1272-1304)
 

Karel van Valois
(1270-1325)

Margaretha van Anjou
(1273-1299)
 

Jan II van Avesnes
(1247-1304)

Filippa van Luxemburg
(1252-1311)
 

Hugo van Soissons
(overleden in 1305)

Johanna van Dargies
(1290-1334)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Gwijde I van Blois
(overleden in 1342)
 
 
 

Margaretha van Valois
(ca. 1295-1342)
 
 
 
 
 

Jan van Beaumont
(ca. 1288-1356)
 
 
 

Margaretha van Soissons
(overleden in 1344)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Lodewijk I van Blois
(overleden in 1346)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Johanna van Henegouwen
(ca. 1323-1350)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Lodewijk II van Blois
(overleden in 1372)
 
 

Jan II van Blois
(ca. 1342-1381)
 
 

Gwijde II van Blois
(ca. 1345-1397)