Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
In de wiskunde zijn de hyperbolische functies analogieën van de goniometrische functies . Net als de sinus en de cosinus de coördinaten zijn van een punt op de eenheidscirkel , gegeven door de vergelijking
x
2
y
2
=
1
{\displaystyle x^{2} y^{2}=1}
, zo zijn de sinus hyperbolicus en de cosinus hyperbolicus de coördinaten van een punt op de hyperbool , gegeven door de vergelijking
x
2
−
y
2
=
1
{\displaystyle x^{2}-y^{2}=1}
.
De zes belangrijkste hyperbolische functies zijn:
sinus hyperbolicus
sinh
{\displaystyle \sinh }
cosinus hyperbolicus
cosh
{\displaystyle \cosh }
tangens hyperbolicus
tanh
{\displaystyle \tanh }
cotangens hyperbolicus
coth
{\displaystyle \coth }
secans hyperbolicus
sech
{\displaystyle {\text{sech}}}
cosecans hyperbolicus
csch
{\displaystyle {\text{csch}}}
De hyperbolische en goniometrische functies beschrijven dus krommen in het platte vlak . Ze voldoen niet aan het voorschrift van een functie , omdat er verschillende punten op de meetkundige plaats van de hyperbolische functies kunnen liggen met dezelfde
x
{\displaystyle x}
-waarde. Ze hebben vergelijkbare somformules en hun inverse hyperbolische functies. De inverse van de sinus hyperbolicus wordt als
arsinh
{\displaystyle {\text{arsinh}}}
genoteerd, van areaalsinus hyperbolicus.
Het argument van de hyperbolische functies wordt de hyperboolhoek genoemd.
De sinus hyperbolicus
sinh
{\displaystyle \sinh }
en cosinus hyperbolicus
cosh
{\displaystyle \cosh }
zijn gedefinieerd als:
sinh
(
x
)
=
e
x
−
e
−
x
2
{\displaystyle \sinh(x)={\frac {e^{x}-e^{-x}}{2}}}
cosh
(
x
)
=
e
x
e
−
x
2
{\displaystyle \cosh(x)={\frac {e^{x} e^{-x}}{2}}}
In de goniometrie kunnen de tangens, cotangens , secans en cosecans worden berekend. Dit gaat bij de hyperbolische functies op dezelfde manier:
tanh
(
x
)
=
sinh
(
x
)
cosh
(
x
)
=
e
x
−
e
−
x
e
x
e
−
x
sech
(
x
)
=
1
cosh
(
x
)
=
2
e
x
e
−
x
csch
(
x
)
=
1
sinh
(
x
)
=
2
e
x
−
e
−
x
coth
(
x
)
=
cosh
(
x
)
sinh
(
x
)
=
e
x
e
−
x
e
x
−
e
−
x
{\displaystyle {\begin{aligned}\tanh(x)={\frac {\sinh(x)}{\cosh(x)}}={\frac {e^{x}-e^{-x}}{e^{x} e^{-x}}}\\\operatorname {sech} (x)={\frac {1}{\cosh(x)}}={\frac {2}{e^{x} e^{-x}}}\\\operatorname {csch} (x)={\frac {1}{\sinh(x)}}={\frac {2}{e^{x}-e^{-x}}}\\\coth(x)={\frac {\cosh(x)}{\sinh(x)}}={\frac {e^{x} e^{-x}}{e^{x}-e^{-x}}}\end{aligned}}}
Een lijn door de oorsprong snijdt de hyperbool
x
2
−
y
2
=
1
{\displaystyle x^{2}-y^{2}=1}
in het punt
(
cosh
A
,
sinh
A
)
{\displaystyle (\cosh A,\sinh A)}
, waarin de hyperboolhoek
A
{\displaystyle A}
het oppervlak is tussen de lijn, het spiegelbeeld van de lijn ten opzichte van de
x
{\displaystyle x}
-as en de hyperbool.
Een touw dat aan beide uiteinden wordt opgehangen, volgt de vorm van een cosinus hyperbolicus. De cosinus hyperbolicus wordt ook de kettinglijn genoemd.
Oplossingen van de differentiaalvergelijking
y
″
=
y
{\displaystyle y''=y}
zijn van de vorm
y
(
x
)
=
C
1
cosh
(
x
)
C
2
sinh
(
x
)
{\displaystyle y(x)=C_{1}\cosh(x) C_{2}\sinh(x)}
.
De hyperbolische functies kunnen ook als machtreeks geschreven worden.
sinh
(
x
)
=
x
x
3
3
!
x
5
5
!
x
7
7
!
…
=
∑
n
=
0
∞
x
2
n
1
(
2
n
1
)
!
cosh
(
x
)
=
1
x
2
2
!
x
4
4
!
x
6
6
!
…
=
∑
n
=
0
∞
x
2
n
(
2
n
)
!
tanh
(
x
)
=
x
−
x
3
3
2
x
5
15
−
17
x
7
315
…
=
∑
n
=
1
∞
2
2
n
(
2
2
n
−
1
)
B
2
n
x
2
n
−
1
(
2
n
)
!
,
|
x
|
<
π
2
coth
(
x
)
=
1
x
x
3
−
x
3
45
2
x
5
945
…
=
1
x
∑
n
=
1
∞
2
2
n
B
2
n
x
2
n
−
1
(
2
n
)
!
,
0
<
|
x
|
<
π
1
cosh
(
x
)
=
1
−
x
2
2
5
x
4
24
−
61
x
6
720
…
=
∑
n
=
0
∞
E
2
n
x
2
n
(
2
n
)
!
,
|
x
|
<
π
2
1
sinh
(
x
)
=
1
x
−
x
6
7
x
3
360
−
31
x
5
15120
…
=
1
x
∑
n
=
1
∞
2
(
1
−
2
2
n
−
1
)
B
2
n
x
2
n
−
1
(
2
n
)
!
,
0
<
|
x
|
<
π
{\displaystyle {\begin{aligned}\sinh(x)&=x {\frac {x^{3}}{3!}} {\frac {x^{5}}{5!}} {\frac {x^{7}}{7!}} \ldots &&=\sum _{n=0}^{\infty }{\frac {x^{2n 1}}{(2n 1)!}}\\\cosh(x)&=1 {\frac {x^{2}}{2!}} {\frac {x^{4}}{4!}} {\frac {x^{6}}{6!}} \ldots &&=\sum _{n=0}^{\infty }{\frac {x^{2n}}{(2n)!}}\\\tanh(x)&=x-{\frac {x^{3}}{3}} {\frac {2x^{5}}{15}}-{\frac {17x^{7}}{315}} \ldots &&=\sum _{n=1}^{\infty }{\frac {2^{2n}(2^{2n}-1)B_{2n}x^{2n-1}}{(2n)!}},&&|x|<{\frac {\pi }{2}}\\\coth(x)&={\frac {1}{x}} {\frac {x}{3}}-{\frac {x^{3}}{45}} {\frac {2x^{5}}{945}} \ldots &&={\frac {1}{x}} \sum _{n=1}^{\infty }{\frac {2^{2n}B_{2n}x^{2n-1}}{(2n)!}},&&0<\left|x\right|<\pi \\{\frac {1}{\cosh(x)}}&=1-{\frac {x^{2}}{2}} {\frac {5x^{4}}{24}}-{\frac {61x^{6}}{720}} \ldots &&=\sum _{n=0}^{\infty }{\frac {E_{2n}x^{2n}}{(2n)!}},&&|x|<{\frac {\pi }{2}}\\{\frac {1}{\sinh(x)}}&={\frac {1}{x}}-{\frac {x}{6}} {\frac {7x^{3}}{360}}-{\frac {31x^{5}}{15120}} \ldots &&={\frac {1}{x}} \sum _{n=1}^{\infty }{\frac {2(1-2^{2n-1})B_{2n}x^{2n-1}}{(2n)!}},&&0<|x|<\pi \end{aligned}}}
met
B
n
{\displaystyle B_{n}}
het
n
{\displaystyle n}
-de bernoulligetal ,
E
n
{\displaystyle E_{n}}
het
n
{\displaystyle n}
-de eulergetal
De inverse functies van de hyperbolische functies zijn de areaalfuncties .
De hyperbolische functies staan in een directe relatie met de overeenkomende goniometrische functies voor complexe argumenten.
sinh
(
x
)
=
−
i
sin
(
i
x
)
cosh
(
x
)
=
cos
(
i
x
)
tanh
(
x
)
=
−
i
tan
(
i
x
)
coth
(
x
)
=
i
cot
(
i
x
)
sech
(
x
)
=
sec
(
i
x
)
csch
(
x
)
=
i
csc
(
i
x
)
{\displaystyle {\begin{aligned}\sinh(x)&=&-i&\ \sin(ix)\\\cosh(x)&=&&\ \cos(ix)\\\tanh(x)&=&-i&\ \tan(ix)\\\coth(x)&=&i&\ \cot(ix)\\\operatorname {sech} (x)&=&&\ \operatorname {sec} (ix)\\\operatorname {csch} (x)&=&i&\ \operatorname {csc} (ix)\end{aligned}}}
Daarin is
i
{\displaystyle i}
steeds de imaginaire eenheid .
cosh
2
(
x
)
−
sinh
2
(
x
)
=
1
{\displaystyle \cosh ^{2}(x)-\sinh ^{2}(x)=1}
De cosinus hyperbolicus is een even functie , terwijl de sinus en tangens hyperbolicus oneven functies zijn:
cosh
(
−
x
)
=
cosh
(
x
)
sinh
(
−
x
)
=
−
sinh
(
x
)
tanh
(
−
x
)
=
−
tanh
(
x
)
{\displaystyle {\begin{aligned}\cosh(-x)&=&\cosh(x)\\\sinh(-x)&=-&\sinh(x)\\\tanh(-x)&=-&\tanh(x)\end{aligned}}}