Naar inhoud springen

Hoogfeest

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hoogfeesten zijn de belangrijkste kerkelijke dagen in de katholieke kerk. Ze worden in belangrijkheid gevolgd door feesten en ten slotte gedachtenissen. De liturgische kleur die op een hoogfeest gebruikt wordt is meestal wit. Hoogfeesten zijn vaak ook verplichte feestdagen.

Ook de oosters-orthodoxe kerken en de oriëntaals-orthodoxe kerken kennen hoogfeesten.

Hoogfeesten van de Katholieke Kerk

[bewerken | brontekst bewerken]

In het liturgisch jaar, dat aanvangt met de advent, viert de Kerk de volgende hoogfeesten:

Datum Hoogfeest
8 december Onbevlekte Ontvangenis van Maria
25 december Hoogfeest van de geboorte van de Heer
1 januari Hoogfeest van Maria Moeder van God
6 januari Openbaring van de Heer
19 maart Hoogfeest van de Heilige Jozef
variabele datum tussen 22 maart en 25 april Paasfeest
25 maart Aankondiging van de Heer/Maria Boodschap
donderdag 39 dagen na Pasen Hemelvaartsdag
49 dagen na Pasen Pinksteren
zondag na Pinksteren Feest van de Heilige Drie-eenheid
tweede donderdag of zondag na Pinksteren Sacramentsdag
derde vrijdag na Pinksteren Hoogfeest van het Heilig Hart
24 juni Geboorte van de Heilige Johannes de Doper
29 juni Hoogfeest van de Heilige Petrus en Paulus
15 augustus Maria-Tenhemelopneming
1 november
(2 november)
Allerheiligen
(Allerzielen is geen hoogfeest, maar is onlosmakelijk verbonden aan allerheiligen.)
eind november (34ste zondag van het liturgisch jaar) Christus Koning

Daarnaast kunnen door de lokale kerkprovincie feesten als hoogfeest aangemerkt worden.

Datum Hoogfeest
22 oktober, (enkel als de historische datum onbekend is) Hoogfeest van de Kerkwijding van de eigen kerk (Belgische kerkprovincie)
25 oktober, enkel als de historische datum onbekend is Hoogfeest van de Kerkwijdingfeest van de eigen kerk (Nederlandse kerkprovincie)
naamdag van patroonheilige of een nabije zondag Hoogfeest van de Patroonheilige van lokale kerk, stad of gemeente
7 november Heilige Willibrordus (Nederlandse kerkprovincie)

Hoogfeesten van de Oosters-orthodoxe Kerk

[bewerken | brontekst bewerken]

De datumaanduiding van de hoogfeesten in de Oosters-orthodoxe Kerk en de Oriëntaals-orthodoxe Kerk is problematisch. Een aantal kerkgenootschappen gebruikt de juliaanse kalender die, tussen maart 1900 en februari 2100, dertien dagen "verschilt" van de gebruikelijke gregoriaanse kalender. In de tabel hieronder wordt uitgegaan van de gregoriaanse kalender. De datum waarop een hoogfeest wordt gevierd wordt weergegeven voor zowel kerken die gebruikmaken van de gregoriaanse als kerken die gebruikmaken van de juliaanse kalender.

De Oosters-orthodoxe Kerk kent in het liturgisch jaar de volgende 12 hoogfeesten:

Datum (Gregoriaans) Datum (Juliaans) Hoogfeest
8 september 21 september Geboorte van de Moeder Gods
21 november 4 december Tempelgang van de Heilige Moeder Gods
25 december 7 januari Geboorte van Christus (Kerstmis)
2 februari 15 februari Ontmoeting in de Tempel van Christus
6 januari 19 januari Theofanie (Doop van Christus in de Jordaan)
6 augustus 19 augustus Transfiguratie (Gedaanteverandering op de berg Thabor)
laatste zondag voor Pasen
Intocht van Christus in Jeruzalem (Palmzondag)
40ste dag van Pasen
Hemelvaart des Heren
50ste dag van Pasen
Nederdaling van de Heilige Geest (Pinksteren)
15 augustus 28 augustus Ontslaping van de Moeder Gods
14 september 27 september Kruisverheffing

Het Paasfeest staat afzonderlijk omdat het in de orthodoxie geldt als het "Feest der Feesten" en het hoogtepunt is in het kerkelijk jaar. Pasen heeft een variabele datum. De vroegst mogelijk datum is 22 maart en de laatst mogelijk datum is 25 april. Het valt op de zondag na de eerste volle maan na 21 maart (zie: paas- en pinksterdatum).