Naar inhoud springen

Gennadi Rozjdestvenski

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gennadi Rozjdestvenski
Геннадий Рождественский
Gennadi Rozjdestvenski in 2007 in Praag
Gennadi Rozjdestvenski in 2007 in Praag
Volledige naam Gennadi Nikolajevitsj Anosov (Rozjdestvenski)
Geboren 4 mei 1931
Overleden 16 juni 2018
Land Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie
Beroep(en) dirigent
(en) IMDb-profiel
(en) Allmusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Gennadi Nikolajevitsj Rozjdestvenski (Russisch: Генна́дий Никола́евич Рожде́ственский), officiële achternaam Anosov (Ано́сов) (Moskou, 4 mei 1931 – aldaar, 16 juni 2018[1]), was een Russisch dirigent.

Gennadi Nikolajevitsj Anosov werd geboren in Moskou als zoon van de dirigent Nikolaj Anosov en de sopraan Natalia Rozjdestvenskaja. Hij nam zijn moeders achternaam aan (in de mannelijke vorm) voor zijn professionele carrière, om niet met zijn vader te worden verward. Hij studeerde orkestdirectie bij zijn vader aan het Conservatorium van Moskou en piano bij Lev Oborin. Al toen hij 20 jaar was, maakte hij naam door het dirigeren van het ballet De Notenkraker van Tsjaikovski in het Bolsjojtheater.

Rozjdestvenski werd beschouwd als een veelzijdig dirigent en breed ontwikkeld musicus met een soepele dirigeerslag. Hij werd geprezen om zijn efficiënte repetities, die hij kort hield, en zijn gewoonte om rond het podium te lopen terwijl hij dirigeerde. Hij gebruikte geen dirigentenbok, ook niet bij concerten.

Hij bracht veel werken van Sovjet-componisten in première, waaronder Zon van de Inca's (1964) van Edison Denisov.[2] Tijdens het Festival van Edinburgh in 1962 bracht hij de (verlate) westerse première van de Vierde symfonie van Sjostakovitsj. Toen hij in 1974 diens opera De Neus dirigeerde in het Bolsjojtheater, was dat voor het eerst na de première in 1930. Ook dirigeerde hij de Russische première van Benjamin Brittens A Midsummer Night's Dream en die van de herziene versie van Prokofjevs De Speler. Onder andere de symfonie Stimmen... Verstummen... van Sofia Goebaidoelina en diverse composities van Alfred Schnittke zijn aan Rozjdestvenski opgedragen.

Hoewel hij een zeer breed repertoire met schijnbaar gemak dirigeerde (waaronder als ontoegankelijk beschouwde symfonieën van Matthijs Vermeulen), had Rozjdestvenski niet met alle muziek affiniteit. Hij staakte het instuderen van een symfonie van Allan Pettersson met het Stockholms Philharmonisch Orkest, omdat hij er geen raad mee wist. Het leidde tot een langdurige verwijdering tussen de componist en het orkest, die pas weer goed kwam na Rozjdestvenski's vertrek uit Stockholm. In 2000-2001 was hij artistiek directeur van het Bolsjojtheater in Moskou, maar hij nam ontslag, verwijzend naar tegenwerking door zangers, problemen bij de productie en een vijandige pers.

Hij bezorgde in 1984 de uitgave van het tweede deel van het verzamelde werk van Dmitri Sjostakovitsj, waaronder de Derde en de Vierde symfonie. Hij maakte vele plaat- en cd-opnamen, onder meer met vooraanstaande solisten als David Oistrach, Svjatoslav Richter, Mstislav Rostropovitsj, Galina Visjnevskaja, Irina Archipova en zijn vrouw Viktoria Postnikova.

Met het Symfonieorkest van de Radio en Televisie van de Sovjet-Unie nam hij alle symfonieën op van Dmitri Sjostakovitsj, Alexander Glazoenov, Anton Bruckner, Alfred Schnittke, Arthur Honegger en Ralph Vaughan Williams. Hij dirigeerde ook vele andere vooraanstaande orkesten, zoals de Berliner Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Boston Symphony Orchestra, het Chicago Symphony Orchestra, het Cleveland Orchestra en het London Symphony Orchestra. Hij was vaste gastdirigent van onder meer het IJslands Symfonieorkest, het Residentie Orkest en het Deens Radio Symfonieorkest.

Prijzen en onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1969 trouwde hij de pianiste Viktoria Postnikova. Zij traden vaak samen op en maakten opnamen van onder meer de pianoconcerten van Tsjaikovski en Prokofjev.

[bewerken | brontekst bewerken]